beter worden verkregen dan thans.By de bebouwing van complexen heeft de heer van Straaten eigenaardige ideeën, terwyl den bouwers de idee van den heer Van Straaten wordt opgedrongen. De heer BROOS zegt het eens te zyn met hetgeen de heer Leeuw heeft gezegd,doch in alles kan hy diens zienswyze niet deelen. Zyn bezwaar is,dat inwoners van Roosendaal niet in s staat moeten worden geacht in deze de puntjes op de i te zet ten. De provinciale commissie zal de gemeente nog meer kosten, waaron het aanbeveling verdient te behouden wat men heeft. ^e heer VERHEYEN meent,dat het voorstel van Burgemeester en wethouders inderdaad in het belang van de gemeentelis. Er is thans eene merkbaar betere bebouwing te constateeren. Sprekers ondervinding is,dat de heer Van Straaten ten opzichte van dé bouwers een zeer welwillende houding aanneemt.By den heer Van Straaten zullen wel fouten worden gevonden,doch zulks zal wel by ieder het geval zyn. By het volgen van een ander systeem zal men op nog grooter moeilykheden stuiten. Het is,zegt spre ker, voor Burgemeester en Wethouders niet doenlyk alleen de verantwoording te dragen. De heer VAN DER BURGT zegt de wyze,waarop deze aangele genheid in den Raad komt zyne bewondering niet kan hebben,om dat eerst ontslag wordt gevraagd en daarna op salarisverhoo ging wordt aangedrongen. Ook sprefeër meent,dat hiervoor in de gemeente we^-d. krachten zyn te vinden. De voorgestelde kosten vindt spreker wel hoog,doch gerechtvaardigd. De leges zouden tot zoo'n hoog bedrag moeten worden geheven,dat de kosten vol ledig worden gedekt. De heer MOERDYK zegt,dat in deze drie mogelykheden bestaan In sommige plaatsen geschiedt het welstandstoezicht door den dienst van openbare werken. Hier is dit blykbaar niet mogelyk geweest. Eene commissie,bestaande uit den heer wan Straaten en den wethouder en éen directeur van openbare werken heeft ook feffne bezwaren. De derde mogelykheid is eene afzonderlyke commissie,wat wellicht het meest aanbevdling verdient. wanneer de heer Van Straaten tienmaal eene teekenin^ af keurt begeeft hy zich op het terrein van de architecten, te rwyl de gemeente voor andere gemeenten een praecedent stelt wan neer

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1935 | | pagina 13