De VOORZITTER antwoordt bevestigend» hij merkt op,dat een gedeelte der binnenstrook niet zal aangekocht worden en dat de gronden niet alle een groote waarde hebben. De heer VALKENBURG meent,dat,waar de Raad zich reeds accoord heeft verklaard met de plannen van Burgemeester en Wethouders,het beter is de verdere uitwerking geheel aan hen over te laten. De VOORZITTER zegt,dat,behoudens ankele schattingen met het Rijk geheel accoord is verkregen,dat de geschatte prijzen den eigenaren zullen worden aangeboden en vervolgens de besluiten tot aankoop aan den Raad zullen worden voorge legd. De heer VALKENBURG meent dat de prijzen van de gronden liggende in de binnenstrook,wel ongeveer gelijk zullen zijn aan die van de gronden,te bezigen voor den rondweg en dat daarom sommige eigenaren wellicht bezwaar zullen maken tegen de taxatie van laatstbedoelde gronden. De heer TIEBACKX ziet in de nu gevolgde handelwijze een voordeel voor de gemeente. De VOORZITTER beaamt dat de gemeente hierdoor een voor deel zal behalen. Zonder hoofdelijke stemming wordt accoord gegaan met de door Burgemeester en ethouders voorgenomen werkwijze i®' De heer TIEBACKX verzoekt in deze vergadering iets te mogen zeggen omtrent het plan der straat over de gronden van M.A.Baselier. De VOORZITTER zegt,dat het van belang is met den heer Baselier tot accoord te komen omdat anders de vaststelling van het plan van uitbreiding wellicht nog zeer lang zal ver traagd worden,dat uit dien hoofde de gemeente wellicht iets meer moet tegemoetkomen dan zij zou wenschen,doch dat niet moet gemeend worden dat de eischen van Baselier exhorbitant zijn,aangezien deze immers rente zal moeten betalen. Spreker zegt zegt,dat het voorstel,dat nu gedaan wordt,het product is van maanden vele voorbereiding. De heer VALKENBURG meent,dat de handelwijze van Baselier niet onereus is te noemen doch we£ inhalerig. De heer TIEBACKX merkt op,dat nu blijkt,dat zij die reclameeren,getracteerd worden,terwijl zij,die geen bezwaren inbrachtenniets krijgen. De heer VERHEIJEN wijst erop,dat,ingeval het proteöt van Baselier niet wordt toegewezen,de onteigening niet kan ge schieden volgens een goedgekeurd plan van uitbreiding. De VOORZITTER beaamt dit en zegt dat dan een geheel an dere procedure zal plaats hebben. De heer TIEBACKX gelooft niet,dat Baselier dit proces kan winnen. De VOORZITTER zegt,dat deze aangelegenheid moet bezien worden in verband met de omstandigheid,dat de terreinen van de ijsbaan en omgeving in 't geheel niet bebouwd mogen worden. Le heer TIEBACKX meent,dat dit laatste ook dwaas is. De VOORZITTER is van oordeel,dat men op den uitslag van deze procedure niet gerust kan zijn. - r De heer VALKENBURG zegt, dat de procedure in elk geval kan gerekt worden als de man,die er achter zit, daarvatrgenoeg geld over heeft. De heer TIEBACKX vindt de reclame van den heer Baselier geen mooie daad van dezentegenover de gemeente. De VOORZITTER wijst erop,dat de gemeente voor Baselier niets meer doet dan voor anderen en dat Beijsens ondanks de tegemoetkoming van de gemeente,geen prijs stelt op den aanleg der straat. De heer SMITS vraagt of de gemeente ook de overschrij- vingskosten zal hebben te betalen. De VOORZITTER antwoordt hierop bevestigend. De heer SMITS zegt,dat in het voorstel het vertrouwen wordt

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1934 | | pagina 46