Chef was van den ambtenaar en dus toch zeken zoo verantwoordelijk.
Spreker heeft er bezwaar tegen,dat de een zoo zwaar mogelijk gestraft
wordt en het geval voor den andere wordt gevernist; hij acht het
rechtvaardig en billijk, dat beiden gelijk behandeld worden.
De heer ROMSOM vraagt of het niet beter is de mededeeling,
dat Melsen nog in voorarrest is, weg te laten.
De VOORZITTER wil de mededeeling hierover omtrent beiden
weglaten.
De neer DE BRUIJU zegt,dat,naar hij hoorde, de heer
Ridders zich te Beek bevindt wegens ziekte.
De VOORZITTER wijst erop, dat de heer Ridders onmiddellijk
bekend heeft en Melsen blijft ontkennen,hetwelk een groot ver
schil is.
Spreker vraagt of de leden de pensioenregeling al of niet
in behandeling wenschen te zien gebracht.
De heer TIEBAGEX adviseert tot afvoering van de agenda.
De heer VALKENBURG wil in verband met het feit,dat sommige
leden meenen,dat,ook al wordt de pensioenregeling thans van de
agenda afgevoerd, voor den heer Ridders toch nog de mogelijkheid
tot het verkrijgen van pensioen bestaat,onder de aandacht brengen,
dat die mogelijkheid niet bestaat en dat het zelfs ook bij aan
neming van de verordening nog niet vaststaat, dat de heer Ridders
bij het bereiken van den 55jarigen leeftijd recht op pensioen zal
hebben of zijne weduwe bij zijn overlijden. Spreker wijst er uit
drukkelijk op,dat bij niet-aannsming van de pensioenregeling de
heer Ridders zijn pensioen mist en dat een eventueel later afzonder-
lijk raadsbesluit om hem uit puur medelijden pensioen toe te
kennen, heel wat meer sousa zal verwekken. In de aanneming ziet
spreker niets o/^reus; de verordening zou immers al lang in kannen
en kruiken zijn geweest indien niet wa3 gevraagd om nog verande-
ringen