As spreker behoort. Spreker zegt dat hij op dit punt gelukkig nog geheel ongerept is en dat dit met heel lijst zes het geval is. De heer TIEBACKX. acht zich evenzeer ongerept als de heer Valkenburg. De VOORZITTER meent, dat men in eene heete discussie steeds gevaar loopt aan de woorden beteekenissen te gaan hechten,die zij niet hebben. Hij wijst erop,dat hij alleen op een schriftelijke ontslagneming kan ingaan en mitsdien,als die er niet zwart op wit is, niet kan verklaren, dat ontslag is of zal worden genomen. Als de heer Verhei jen een volmacht heeft,dan heeft hij die hier te deponeeren; doet hij zulks niet - hij zegt,dat hij ze niet in den zak heeft - dan behoeft naar sprekers meening over deze quaestie niet vercier meer te worden gediscussieerd. De heer VALKENBURG- verzoekt hem ten goede te houden dat ^.ijn warmloopen" een reden had. Spreker beweert in 't geheel niet dat de ongereptheid bij «nderen niet zou bestaan. Men heeft echter politiek verband willen leggen tusschen sprekers fractie en de handelingen van den heer Ridders; uitdrukkelijk wil spreker hier zeggen, dat men geen verantwoordelijkheid mag opleggen aan een groep voor een bepaalde daad van een bepaald lid. De heer WELLING vraagt of er geheimhouding zal worden op gelegd van hetgeen in deze vergadering i3 behandeld. De VOORZITTER zegt dat eene verklaring zal worden voorge lezen in de openbare vergadering. De heer VAN GIISE wijst er nogmaals op,dat men zijne opinie kent, dat er ofwel ontslag moet worden genomen of de motie moet worden behandeld en dat het niet aangaat in deze vergadering eerst een motie van wantrouwen aan te nemen en vervolgens even het pensioen te regelen. De heer VALKENBURG meent dat de Voorzitter de pensioen- re geling I

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1934 | | pagina 27