w.
en dat in dat huis verschillende conferentiesplaats hebben
tusschan den directeur der gemeentebedrijven, Ridders en
Verheijen.
Ook spreker is medegedeeld, dat de heer Ridders van plan
was zich zelf te redden doch dat de heer Verheijen hem daarvan
af gehouden heeft.
Spreker hoopt, dat alles zooveel mogelijk binnenkamers zal
worden gehouden opdat de gezinnen der betrokkenen niet te zwaar
zullen worden getroffen.
De heer VERHEIJEN zegt, dat hi9r verschillende zaken in
het debat zijn gebracht,die hem aangaan, zoo bijv. zijne per
soonlijke verhouding tot den heer Ridders en het feit, dat hij
mededeelingen aan den heer Leeuw heeft gedaan. Naar aanleiding
hiervan zegt spreker, dat iedereen weet, dat hij een vriend
schappen jken omgang had met Ridders en dat hij zijn vrienden
niet in den steek laat op het oogenblik dat deze in moeilijk
heden zijn.
Wat den ontslagbrief van den heer Ridders betreft deelt
spreker mede, dat de heer Ridders toen hij uit zijne in verzekering
stelling ontslagen was, in een zoodanigen toestand verkeerde dat
het voeren van een geregeld gesprek met hem niet mogelijk was,
dat spreker getracht heeft toen eene uiteenzetting te geven van
den toestand, dat de heer Ridders hem daarop onder de woorden
Als de toestand inderdaad zoo is" een blanco formulier voor zijne
ontslagneming als wethouder overhandigde,doch dat spreker hem
daarop heeft gezegd, dat hij ervoor zou zorgen, dat er geen con
flict ttiL3schen Ridders Jen den Raad zou komen en dat de heer
Ridders tijdig zijn ontslag zou kunnen nemen, dat de vergadering
toch zal willen erkennen, dat spreker niet op d^éaak mag vooruit-
1oopen en dat ook moet bedacht worden, dat de heer Ridders in een
onbewaakt