Later weer, toen spreker andermaal vroeg of er iets niet in orde was - spreker had reeds dikwijls met onvoldoende resul taat geijverd om alleen werkloozen voor wie aan het Rijk gedecla reerd zou kunnen worden, in de werkverschaffing te plaatsen - gaf men hem hij de Heidemaatschappij het antwoord; Burgemeester, sinds u er bent, is er al zooveel verbeterd" en de Maatschappy liet spreker derhalve in den waan, dat men op dan goeden weg was. Nog weer een ander ambtenaar gaf aan spreker eens ongeveer het zelfde antwoord. Later,toen het spreker eens gelukt is wat dieper in de zaken door te dringen, heeft een ambtenaar van de Heidemaatschap- py hem gezegi: "Wij hebben U een rad voor de oogen gedraaid; wij hebben het verzwegen,omdat wij onze hoofddirectie niet in gevaar mogen brengen, wij hadden geen vrijheid om te waarschuwen} wg j hebben U niet de volle waarheid kunnen zeggen en wij hebben het onze Hoofddirectie medegedeeld; deze beschouwde Ridders als de^w man; de hoofdboekhouder zegde, Ridders is hier geweest, maar de zaken bleven zooals ze waren Wat het reizen betreft deelt spreker mede, dat de ambte naren voor dienst op reis gaan als hun dit wordt opgedragen. De vraag van den heer Valkenburg, welke maatregel» tegen Melsen is genomen, zegt spreker reeds beantwoord te hebben. En wat betreft het geven van diners op reis wil spreker als zijne raeening ui ten,dat hij zich ermede kan vereenigen,dat als daad van goede koopmanschap eens een diner aangeboden wordt, doch dat met het daarbij aanbieden van champagne de grens der redelijkheid wordt overschreden, tenzij bijv. bij gelegenheid van de ontvangst van een minister. Naar aanleiding van eene vraag van den heer Romsom zegt spj.eker,dat zijnerzijds geen bezwaar bestaat tegen het verleenen van

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1934 | | pagina 20