15. De heer VALKENBURG handhaaft zijn standpunt,dat het niet aangaat naar den Burgemeester te gaan met klachten over een ambte naar, als men geen bewijzen kan aanvoeren. De heer VAN 'T WESTENDE adviseert tot het treffen van de zelfde voorziening op de hulpsecretarie als op het kantoor van den gemeenteontvanger is geschied. Het is spreker bekend,dat sommige menschen niet op de hulpsecretarie durven te komen. De VOORZITTER deelt mede,dat de ambtenaar Melsen zich èn voorarrest bevindt en dat Burgemeester en Wethouders hem hun voor nemen hebben te kennen gegeven hem oneervol te ontslaan. In verband hiermede geeft spreker voorlezing van het prae- advies van Burgemeester en Wethouders raa» 28 Maart 195^4- no.185/23 tot benoeming van een voorzitter en een plaatsvervangend voorzit ter van het Scheidsgerecht. Burgemeester en Wethouders hebben,zegt preker,gemeend een strenge straf te moeten toepassen. Zij meenen,dat een ambtenaar,die zich dermate heeft vergrepen,niet in den gemeentedienst kan worden behouden; overplaatsing in een Iggeren rang is practisch onmogelijk Spreker acht het bestuur van de gemeente niet wel mogelijk als menschen,die zich zoo erg hebben vergrepen,indienst zouden worden gehouden. De heer DE BRUIJN merkt op,dat blijkens de politierapporten Melsen niet heeft bekend; hij vraagt zich af of,nu de geiten nog niet onwrikbaar vaststaan,er wel een beslissing genomen kan worden. De VOORZITTER wijst erop,dat niet de Raad eene beslissing te nemen heeft,doch Burgemeester en Wethouders,die dit reeds gedaan hebben. Spreker deelt mede, dat Melsen er systeem van gemaakt heeft menschen mee te sleepen naar Mariënberg,dat hij een ambtenaar van de

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1934 | | pagina 17