bereikt worden,bijv. een grootere bijdrage in de kosten van een
object voor werkverschaffing. Iets geheel anders vindt spreker het
echter als men willens en wetens de gelden zou hebben verdeeld.
Spreker vraagt welk toezicht Burgemeester en Wethouders op
de declaraties van reis- en verblijfkosten en op de reizen zelf
hebben gehad, of zij kennis droegen van de zaken waarop de reizen
betrekking hadden.
Het is spreker opgevallen dat bepaalde personen zooveel op
reis gaan tegenover anderen die altijd op 11 kantoor aanwezig zijn
De heer VALKïïHBCJRG vraagt of niet door Burgemeester en Wet
houders een vast tarief voor vergoeding van reis- en verblijf
kosten is vastgesteld; voor zoover spreker zich herinnert heeft de
Baad hierover nooit beslist.
Spreker acht het gelökkig,dat deze zaken in Comité-generaal
behandeld worden omdat nu de sfeer der behandeling ook gelukkig
is en deze bij eene openbare behandeling ongetwijfeld anders zou
zijn.
Voor spreker is ook thans weder eene illusie weggevallen
in den persoon van Wethouder Ridders,van wien hij meende,dat deze
hooger stond dan nu gebleken is. Als Katholiek wil spreker hem
daarvoor niet leelijk aankijken. Mateloos veel arbeid toch heeft
Wethouder Ridders in het algemeen belang verricht,en zonder over-
kan spreker zeggen, dat nooit een wethouder zooveel voor
het belang der gemeente heeft gedaan. Daarom meent spreker,dat het
niet oirbaar is?dat een gedeelte van het publiek regelmatig dezen
gevallen mensch met slijk en steenen gooit en daarin een sad-
distisch genoegen vindt. Hij hoopt,dat de behandeling zal kunnen
worden voortgezet in de sfeer waarin zij is begonnen en dat men de
zaken