7 1933 d© opbrengst der opcerten op de gemeentefondsbelasting 1933 - 34 geraamd op f 110000.- ofschoon de opbrengst het vorige jaar ruim f 133000»- geweest is. Een nadere raming van den heer Inspecteur doet slechts een opbrengst van f IO5.OOO.- verwachten. Het classificatie- verschil bij de begrooting geraamd op f 23000.- is, blijkens hernieuwde raming van den heer Inspecteur sleohts op f 20000.- te schatten. Een lichtpunt voor de begrooting 1933 vormt de meerdere opbrengst der opcenten van de gemoantefondsbelasting 1932/1933 ad f 8000.- boven het destijds reeds in de begrooting verhoogde bedrag. Dit bedrag komt geheel ten goede aan den dienst 1933 011 compenseert de mindere opbrengst bovendien beïnvloedt de opoentenregeling volgens de wet van 1 Maart 1933 het olassifioatieverschil gunstig met ongeveer f 6000.-. Desondanks wijst er alles op,dat de gewone dienst 1933 zeer groot gevaar loopt niet te zullen sluiten. Wat niet sluitende begrootingen voor de credietwaarfligheid der gemeente beteekenen,zegt spreker den Raad niet te behoeven uiteen te zetten. L Als de Raad zou vragen wat spreker dent te doen zal hij antwoorden, dat hij zal doen wat in zijn vermogen is. Spreker doet ©en beroep op dan raad om hetzelfde te doen. Als allen blijven samenwerken en tot groote offers bereid zijn dan zal God de moeilijke dagen mogelijk af wenden welke spreker voor de gemeente vreest. De heer A.BROOS dankt den Voorzitter voor dit openhartig woord. Voor spreker stond het vast,dat de begrooting 1933 «en tekort zou op- leveren,wat voor spreker de aanleding is gweest om daaromtrent in be roep te gaan. Dit beroep was,zegt spreker,niet tegen Burgemeester en Wethouders gericht. Het spyt spreker,dat het beroep niet is geaccep teerd. Spreker hoopt,dat Burgemeester en Wethouders en de Raad ten einde te voorkomen,dat de gemeente financieel ten gronde gaat,de handen in een zullen slaan om te redden wat er te redden valt. De heer F.BR00S zegt,dat hy over hetgeen is medegedeeld niet wil discussieeren. Hy wyst er op^dat hier,in tegenstelling met hetgeen elders gebeurt sinds jaren getracht wordt naar zoo laag mogelyke ta rieven voor de gemeente-bedryven,tengevolge waarvan de winsten van de drie gemeervtelyke bedryven zeer miniem zyn. Er zyn,zegt spreker,instel lingen, die op alle mogelyke manieren profiteeren van door de gemeente f P r

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1933 | | pagina 7