aan t® nemen,dat hierin zulk een achterstand zou bestaan. Spreker zegt,dat door de handelingen van den vorigen Burgemeester rechten van dan Raad zyn geschonden,doordat n. 1.inbreuk is gemaakt op het recht van den *Wd tot regeling van de functies en omdat het budget recht van den Raad is aangetast dóórdat voor deze promoties geane gelden op de begrooting waren uitgetrokken. Bovendien "was het bekend,dat de Raad de benoeming van bepaalde funcfionariisen aan bepaalde eischen wilde binden. Spreker erkent.dat het moeilyk is de promoties ongedaan ts maken. De heer LEEUW zegt,dat ook hy is ontstemd geweest over de bedoelde promoties. Hy kan zich echter vereenigen met den wersch van den Voor zitter. Hy hoopt echter,dat in het vervolg in dergelyke omstandigheden het advies van den Raad zal worden ingwwonnen. De heer KOIINGS zegt,dat hy deze promoti es|niet heeft kunnen goed keuren, Aan spreker is echter gebleken,dat de posten op de begrooting toereikend waren. Hy zegt,dat het hem bei-end is,dat de vorige Burge meester reeds sinds langen tyd voornemens was deze promoties te doen geschieden en dat deze door allerl®! omstandigheden zyn vertraagd,waar om de vorige Burgemeester meende deze nog vóór zyn® ontslagname te moeten doen. De VOORZITTER zegt eveneens dezen indruk te hebben gekregen en dat sprekers ambtsvoorganger gemeend heeft nog te moeten doen hetgeen door hem geruimen tyd was nagelaten. In he.t belang van het prestige der politie vraagt spreker deze zaak verder te laten rusten. De heer VERHEYEN zegt,dat hy geen afbreuk wil doen aan het prestige der politie,doch de bevolking is het er mede eens,dat ook de Raad voor zyn prestige heeft op te komen. Dat van al de zaken,die op afdoening wachtten,alleen deze werd afgedaan,heeft irriteerend op den Raad ge werkt. De heer THEUNISSE zegt,dat verschillende oud-gedienden zyn teleur gesteld. Hy hoopt by de aanstaande salarisherziening voor de rechten van dezen,die ook reeds 25 dienstjaren hebben,op te komen. De heer DE BRTJYN merkt op,datwanneer alle ambtenaren,die een bepaald aantal dienstjaten hebben,moeten worden bevorderd,de gemeente ten slotte uitsluitend generaals zal bezitten. De heer ROMSOM zegt,dat het hem bekend is,dat deze bevorderingen

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1932 | | pagina 6