en zegt er van overtuigd te zyn,dat voordeeliger voorwaarden zyn te be dingen. De heer ROMSOM zegt,dat het om aan den druk der plaatsolyke bankiers te ontkomen gewehscht is deze zaak door te zet+en. De heer DE BRUYN vraagt of alleen de Nederlandschd Landbouwbank voor deze leening is uitgenoodigd em of het geen nut zou hebben de gezamenlyke Roosendaalsche bankiers hiervoor uit te noodigen. De heer TIEBACKX zegt niet voldaan te zyn over de door den wethouder gegeven inlichtingen en zegt het te betreuren,dat de overige banken in de gemeente van deze leening geen kennis hebben gedragen. De heer VAK GILSE zegtJtffdatwaar de gemeente met de ederlandsche Landbouwbank in rekening-courant staat,de andere banken wellicht niet bereid zyn deze bank met deze leening een eclatant succes te gunnen. De heer DE BRUYK betwyfelt of de Eederlandsche Landbouwbank onder het beleggend publiek wel een goeden naam heeft,omdat vele menschen door haar de dupe zyn geworden van Duitsche leeningen. Hy zag graag,dat nog gepoogd werd de Roosendaalsche bankiers voor deze zaav tot elkaar te brengen. De heer KOEIKGS zegt,dat alle pogingen om voordeeliger voorwaarden te bedingen hebben gefaald. De VOORZITTER zegt,dat de Roosendaalsohe bankiers de gemeente her haal de lyk in den steek hebben gelaten dn dat alleen de Kederlandsche Landbouwbank de gemeente in moeilyke tydon heeft willen helpen. De heer VALKENBURG bevestigt de woorden van den Voorzitter en is van oordeel,dat de voorstellen van Burgemeester en Wethoudersbehooren te worden aangenomen. De heer TIEBACKX stelt voor het voorstel van Burgemeester en Wet houders aan te houden en Burgemeester en Wethouders uit te noodigen over de te sluiten geldleening nader overleg te plegen met de Roosendaalsohe bankiers De heer VALKENBURG zegt,dat zulks niet van de gemeente kan uitgaan. De heer TIEBACKX zegt,dat hy hiertoe gaarne als bemiddelaar zal optreden. De hoer LEEUW zegtdathoewel hy graag had gezien,dat de leening werd gesloten tegen eene rente van %,h.y zich niet tegen het voorstel zal verzetten,omdat hy vreestydat anders het ryk met nog bezwaarlyker

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1932 | | pagina 2