VERGADERING VAN WOENSDAG,28 SEPTEMBER 19J2.
Geopend te ifg- uur des namiddags.
Voorzitter:de heer Mr.C.A,Prinsen,Burgemeester
Tegenwoordig met den Voorzitter de heeren J.Ridders en G.J.Konings,
Wethoudersen de heeren J.A.Voeten,H.Leeuw,A.C.UTalraveus ,A.P.Romsom,
■C.fL
J.Verheyen,A.J.C.Broos,M.P.han Overveld,F.C.C.BroosfP.H.van't Westende
A.Smits,en A.J.M.de Bruyn,leden.
Secretaris:de heer ÏÏ.H.&aSohQ0ïih9yt,waaraemd Secretaris.
De V00R2ITTER vraagt of de vergadering er mede kan accoord gaan,dat
punt 8 der agenda,n.l^Voorstel tot het treffen eener nieuwe dading met
de Erven De Waal,in besloten vergadering wordt behandeld.
De heer LEEUW zegt steeds den indruk te hebben gekregen,dat behan
deling van dergelyke zaken in comité-generaal niet voldoende is. Hy ziet
de noodzakelykheid van behandeling van deze zaak in comité-generaal niet
waarom hy voorstelt niet daartoe over te gaan.
De heer F.BROOS verdedigt het houden van comité-Generaal,omdat an
ders de tegengarty kennis krygt van de gezichtspunten der gemeente en
ook omdat het voor sommige leden,uit vress voor benadeeling in hunne
zaken,niet ge©akkelyk is vryuit hunne meening te zegggen.
De heer LEEUW zegt,dat het standpunt der gemeente beter tot zyn
recht zal komen by ppenbare behandeling en dat deze openbaarheid geen
invloed mag uitoefenen op de handelingen der raadsleden.
De heer RIDDERS en de heer KONINGS raden in het belang der gemeente
behandeling dezer zaak in comité-generaai aan.
De heer A.BROOS zegt,dat door openbare behandeling de procedure
zou kunnen worden gerekt. Hy wvst er ook op,dat de bevolking hier nog
niet zoo ver is,dat ze zaken van personen weet te onderscheiden.
De heer ROMSOM zegt,dat hy aanvankelyk ook voor openbare behande
ling was.omdat de ingezetenen gerust mogen vreten met wat menschen de
gemeente te doen heeft. De waarde van het argument van den heer A.Broos
kan spreker niet ontkennen.
De heer THEUNISSE zegt eveneens,dat het voor een raadslid dikwyls
moeilyk is zyne meening ronduit in openbare vergadering te zeggen,wat
zelfs tot gevolg heeft,dat verschuilende ingezetenen,die daarvoor in
aanmerking komen,zich niet willen beschikbaar stellen als raadslid.