het voorstel de restictie diende te worden toegevoegd: "indien althans het ontslag niet is aangevraagd," omdatwanneer de directeur ontslag zal aanvragen,het niet noodig is,dat hij door opheffing van de geheimhouding alsnog een trap achterna krijgt. De heer VAN OVERVELD zegt,dat hiertegenover staat,dat het publiek niet weet,waar het om gaat,en allerlei geruchten deronde doen,en dat het rapport,ook wat den directeur betreft, naar sprekers raeening gerust kan worden gepubliceerd,vooral ook nu de directeur het toch gelezen heeft. De heer ROMSOM zegt het eens te zijn met den heer Van Overveld,om ondanks alles het rapport te doen publiceeren,voor al ook omdat er schijnt een algemeen verwijt tegen den raad te bestaan,als zou deze den directeur om een bagatel willen tref fen enkel en alleen omdat de man hem onaangenaam is en omdat het noodig zij dat hieromtrent licht kome. De heer JONGENELEN zegt zich met het door den heer Van Overveld gesprokene te kunnen vereenigen. De heer VALKENBURG brë^t in »t midden,dat er daartegen over ook een gerucht moet gaan,dat bij de malversatiën zelfs tonnen moeten betrokken zijn,hetgeen dan toch nog al aanmerke lijk van het door den heer Rorasom aangehaalde verschilt. De heer PEETERSinmiddels ter vergadering gekomen,zegt zich met het voorstel van den heer Jongenelen zeer goed te kun nen vereenigen,daar de buitenwereld,juist omdat men niet weet, waar het om gaathieromtrent zulke rare ideeën heeftterwijl het dan ook zeer te apprecieëren zouzijn,indien de directeur ook nog na 1 Januari a.s. de gelegenheid kreeg zich te ver dedigen. Het voorstel van den heer JONGENELEN wordt vervolgens in omvraag gebracht en met algemeene stemmen aangenomen. Vervolgens wordt in openbare vergadering overgegaan. DE SECRETARIS, DE VOORZITTER,

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1928 | | pagina 39