1 Januari a.s. zijn ontslag aan te vragen. Dit voorstel wordt
ondersteund door de heeren Valkenburg en Smoor.
De heer PEETERS zegt,dat hij als lid der Commissie ge
weest is voor de straf,als door de Commissie voorgeste ld,en
dat hij,ondanks alle woorden en meeningen voor het geven van
ontslag aan den directeur voor het voorstel der Commissie
blijft. Hij is van meening,dat hier wel degelijk verzachtende
omstandigheden dienen te worden in aanmerking genomen,en wel
omdat corruptie als 't ware in alle zaken over de heele wereld
als een algemeene ziekte verbreid is,en omdat voor de overige
ongewenschte toestanden naar sprekers oordeel Burgemeester en
Wethouders niet ingegaan hebben,waar ingegrepen moest worden,
en zegt dat door de door de Commissie voorgestelde straf,de
directeur in de 5 jaren de gelegenheid krijgt te toonen of hij
een goed directeur is terwijl hij dan niet zonder brood op
straat komt.
De heer VALKENBURG zegt,dat er inderdaad wel redenen
tot het aannemen van eene milde houding aanwezig zijn,doch
dat er in elk geval moet gestraft worden,welk een en ander
ook in het voorstel der Commissie is gelegen,doch dat,waar de
kwestie naar sprekers oordeel thans wel geheel is leeg ge
praat,het het beste zal zijn,dat de Raad zich uitspreke.
De VOORZITTER hierop de beraadslaging sluitende zegt
dat er thans twee voorstellen zijn,n.1.dat der Commissie en
een van den heer Romsom,lfaar hij meent dat het voor&tel der
Commissie den voorrang moet hebben,deelt hij mede dit het
eerst in omvraag te zullen brengen.
De heer Konings zegt alsnog zijne stem te willen moti-
veeren en deelt mede,dat hij tegen de voorstellen zal stemmen,
omdat den directeur niet,zooals het voorstel van den heer
Verheijen beoogde,de gelegenheid is gegeven zich desgewenscht
te verdedigen.
Het voorstel der Commissie n.1.
lo.