be ¥0ORZITTERA waarschuwt den leden,dat,wanne er het be sluit wordtvastgesteld,nog niet vaststaat hoeveel leden aan de coöperatie zullen deelnemen. De heer KONINGS laat dezelfde waarschuwing hooren. De heer JONGEHELEN vraagt uit hoeveel leden de coperatie zal bestaan,omdat hij gehoord heeft,dat dit aantal beperkt is tot Ij. leden. De heer RIDDERS zegt,dat de slagers,willen zij hunne plannen verwezenlijken,moeten waar maken,wat zij steeds hebben gezegd,dat,n.1. 20 a 25 slagers zullen deelnemen. De heer VERHEIJEN zegt,dat de slagers hunne contracten ter tafel moeten brengen en dat Burgemeester en Wethouders,wan neer deze niet voldoen aan de gewekte verwachtigen,dezen gelijk zullen hebben wanneer zij aan het besluit geen uitvoering geven. De VOORZITTER zegt,dat hij hoopt,dat de Raad in openbare vergadering zijn zienswijze zal vastleggen,waartoe hij alsdan het voorstel zal doen. De heer JONGENELEN vraagt nog of,wanneer b.v. 5 slagers te zamen f 20000,- borg storten,de gemeente voldoende verhaal heeft. De heer VERHEIJEN zegt,dat de slagers den Kaad volledig xnzic -t in deze zaak moeten geven. 9. VOORSTEL MET BETREKKING TOT HET AANGAAN EENER GELDLEE ING AD f 150000,-. (Prae-advles no.lj.15). De heer VERHEIJEN zegt,dat het debet-saldo van de gemeente bij de Nederlandsche Landbouwbank thans f 150000,- bedraagt, terwijl uit de aangeboden besluiten blijkt,dat de gemeente eer lang de beschikking zal krijgen over f 175000,- uit geldleening. Spreker vraagt of het dan nu nog noodig wordt geacht tijdelijke geldleeningen der gemeente te consolideeren. De SECRETARIS deelt op verzoek van den Voorzitter mede, dat de Controleur der gemeente-financiën,in deze omstandigheden het sluiten der voorgestelde leening niet wenschelijk acht. Do heer KONINGS stelt zichJê vraag of het wel zeker is, dat de leening voor het slachthuis zal tot standkomen en hij vreest

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1928 | | pagina 2