7.
De heer ROMSOM zegt,dat hij gedacht had,dat de heer
Broos met betrekking tot zijn voorstel verder^feiten zou
hebben aangehaald,en waar deze zulks niet heeft gedaan en
blijkbaar niet kan doen,hij het voorstel niet verder wenscht
t e onder st eunen
De VOORZITTER zegt,dat het voorstel van den heer J.
Broos,als niet voldoende ondersteund,daarop niet verder
meer in behandeling kan worden gebracht.
De heer VALKENBURG zou er voor zijn,na de thans ge
houden bespreking ;de definitieve afhandeling van het rap
port aan te houden tot eene volgende vergadering,waar bij
dan wellicht ook de heeren Verhei jen en Jongenelen,leden
der Commissiezouden kunnen tegenwoordig zijjai,wier ziens
wijze omtrent eenige kardinale punten in het rapport zijn
neergelegd. Met het oog op de gewenschte geheimhouding kan
spreker er niet veel voor voelen het rapport aan de ledeö
rond te zenden,hoewel hij,wanneer geheimhouding verzekerd
kan zijn, er niet afwijzend tegenover zou staan.
In verband met het besprokene en als zijne meening
te kennen gevende,dat geheimhouding daardoor evengoed ver
zekerd kan blijven,stelt de heer Braakhuis voor het rapport
te doen vermenigvuldigen en aan de leden van den Raad tpe
te zenden en de afhandeling dan te doen plaats hebben i#
eene nadere door den Voorzitter te bepalen vergadering.
Dit voorstel,van meerdere zijden ondersteund,wordt
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De VOORZITTER zegt,dat hij van dit besluit de bevoegd-
heid voorbehoudeden Raad ter behandeling van het rapport
in een vergadering bij een te roepen,zoodra het afschrift
blijkens de daarbij door hem,Voorzitterte voegen brief
gedurende acht dagen in het bezit der leden zal zijn.
Op
j