k- uit te spreken en te verdedigen en tegenover in de GTommissie geuite meeningen de hunne te stellen en dat wanneer de leden hiervan niet voor zich overtuigd waren,zij zich in geweten wel niet verantwoord zouden achten. Spreker zegt,dat de ver diensten van den directeur wel degelijk zijn in aanmerking genomen,aangezien anders naar zijne meening,in plaats van het thans in het rapport opgenomen voorstel,wel directe schorsing of wellicht ontslag van den directeur zou zijn voorgesteld,dat van zelf sprekend niet alle kwesties door dan de Commissi^ zij^kunnen opgelost worden,aangezien het door de Commissie wel noodig was geweest nog ontelbare malen meer te vergaderen en de gegevens wellicht nog door een tweeden secretaris te laten verwerken. De heer VAN OVERVELD wijst op de in het rapport op genomen mededeeling van den Controleur van gemeentefinanciën dat deze Burgemeester en Wethouders omtrent eenige onregel matigheden zou frebben gewaarschuwd reeds in den tijd toen er nog niet over corruptie werd gesproken; spreker had gaar ne gezien,dat Burgemeester en Wethouders hierop geattendeerd hadden. De VOORZITTER geeft als zijne meening te kennen,dat in het door den heer van Overveld gereleveerde toch ook de Commissie van toezicht verantwoordelijk is aan wie door Burgemeester en Wethouders niet alleen omtrent alle zaken advies wordt gevraagdi,doch die ook in verschillende aange legenheden maatregelen moet hebben getroffen,zonder dat zulks aan Burgemeester en Wethouders bekend was;in dit vert&nd herinnert spreker zich ook,dat de Commissie Burge meester en Wethouders er wel eens op heeft gewezen,dat de Controleur bij zijne adviezen zijne bevoegdheid was te buiten gegaan en hij zich te houden had aan zijne taak. De heer ROMSOM,zich aansluitende aan het door den heer

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1928 | | pagina 20