3* De VOORZITTER brengt verder in het midden,dat is ge bleken, dat er een tekort van f ^000,- moet zijn op de maga- zijngoederen,dat hij zulks niet heeft geweten,daar hij anders zeker zou hebben overwogen,of dat tekort niet bdoor den direc teur diende te worden aangevuld,op de wijze als zulks door- den vorigen directeur is gebeurd. Spreker dringt verder thans op afhandeling van het rappórt aan,daar de hoofdambte naar,die het hier betreft,toch al maanden lang onder den In druk moet zijn van de vraag hoe het iieib hem zal afloopen. Hij zegt dat verder nog een drietal zaken in het rapport hem hebben getroffen: lo.dat Burgemeester en Wethouders en niet ook de Com missie van bijstand,die dan toch op de eerste plaats diende te komen,ter verantwoording worden geroepen,alsof door het houden van scherper toezicht het aannemen van steekpenningen had kunnen worden voorkomen;en ook,omdat aan het beheer der bedrijven nog al wat moet hebben gemahkeerdj 2o.dat in het rapport gesproken wordt, van het ver nietigen van stukken ter bezwaring van den directeur,terwijl de directeur dat vernietigen moet hebben aangevoerd juist te zijner verdediging, em 50. dat niet wordt gewaagd omtrent de verdiensten van den directeurwaar zulks,gezien het winstcijfer der bedrijven/toch wel eenigszins in de weegschaal ten goede had mogen komen. Hij brengt ten slotte in verband met de door hem van den Controleur van Gemeente-financiën en den Directeur der bedrijven ontvangen brieven onder de aandacht,of het geen aanbeveling zou verdienen de ambtenaren omtrent wie in het rapport maatregelen worden voorgesteld alsnog in de gelegen heid te stellen van het rapport kennis te nemen en zich c.q. daartegen te verdedigen. De heer VALKEN BURG,geeft als zijne meening te kennen, dat dit laatste hem geheel onnoodig lijkt,waar de^door de Commissie gehoorde ambtenaren herhaalde malen de gelegenheid is gegeven zich mondeling in de vergadering der Commissie

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1928 | | pagina 19