Vergadering van DINSDAG,30 0CT03ER 1928,des voormid
dags te 11^/lj. uur.
VOORZITTER DE HEER A.L.G.H.M.COENEN, BURGEMEESTER
Tegenwoordig met den Voorzitter de hoeren G.J.Konings
en J.Ridderswethoudersen de heeren P.P.van Overveld, G.P.
van Nassau, J.W.Vermunt, A.W.Smoor, J.A.Voeten,G.J.Braakhuis
J.3roos, A.P.Romsom, C.G.Damen, P.C.C.Broos, M.L.A.Ignatius,
J. Pee ter s en C .A. Valkenburg.
Aan de orde is:
Behandeling van het verslag d.d.26 September 1928,
van de Commissie van onderzoek in zake vermeende malversa
tiën bij de gemeentebedrijven.
DE VOORZITTER stelt de behandeling vqn het verslag
aan de orde.
De heer BRAAKHUIS bepleit de wenschelijkheid,dat
een afdruk van het rapport van de Commissie aan de leden van
den Raad worde toe gezonden,opdat het dezen mogelijk zal zijn
het nauwkeurig te overwegen en te bestudeeren. Hij deed in
de vorige vergadering een dergelijk voorstel niet,omdat hij
toen het rapport niet kende,en niet kon beoordeelen of er
al dan niet dingen in stonden,die het doen vermenigvuldigen
niet wenschelijk maakten. Nu spreker het; rapport heeft ge
lezen is hij van meening,dat tegen het vermenigvuldigen en
het afgeven van een afdruk aan dej?{ Raadsleden niet alleen
geen bezwaar bestaat,maar dat er zulke belangrijke kwesties
in worden behandeld, (gevolg van de aan de Commissie opge
legde dubbele taak,het onderzoek naar corruptie en naar de
leiding der bedrijven) dat spreker het bepaald noodig acht,
dat ieder lid van den Raad een afdruk te zijner beschikking
heeft om het gerapporteerde te geschikter tijd te kunnen
inzien en bestudeeren,hetgeen niet kan plaats hebben,als
de leden van den Raad zich daartoe naar het gemeentehuis
moeten begeven. In verband hiermede zegt spreker nog,dat
het