1.
Vergadering van DONDERDAG,27 NOVEMBER 1928,des mid-
3
dags te 12 uur.
VOORZITTER: DE BURGEMEESTER DE HEER A.L.G.H.M.COENEN.
G. J.
Tegenwoordig met den Voorzitter de heeren Konings en
J.Ridders,Wethouders en de heeren J.A.Voeten, CJ.Jongenelen
M.L. A. Ignatius J.Verhei jen, A.P.Rornsom, A^W.Smoor, P.F.
van Overveld ,C .G.Daruen, J.Broos, F.C.C.Broos, G.P. van Nassau
G.A.Valkenburg, J.Peeters,en G.J.Braakhuis
SECRETARIS: DE HEER A,A.RaDEMAKERS
Aan de orde is:
Bespreking van en mededeelingen omtrent den door
den heer Verheijen in openbare vergadering geuiten wensch
tot het zenden van een afschrift van het rapport der Com
missie voor onderzoek in zake vermeende malversatiën aan de
gemeentebedrijven aan den directeur dier bedrijven.
De VOORZITTER deelt ter inlichting van de leden,die
in de vorige vergadering afwezig waren,mede,dat toen uit
drukkelijk besloten werd geen afschrift van het rapport a^an
de betrokken ambtenaren te zenden,omdat deze in de vergade
ring der Commissie zelve herhaalde malen en meer dan vol
doende de gelegenheid gehad hebben hunne belangen voor te
staan. Hij zegt verder,dat,wat den intusschen verloopen tfd
betreft,de vergadering tot nadere behandeling van het rap
port reeds had kunnen zijn gehouden,doch dat hij in verband
met het op handen zijnde moeder-worden van de vrouw van den
directeur gemeend heeft zulks niet te moeten doen,dat hij
daarom ook heeft kennisgegeven,aan ae^Voorzitter der Com
missie en meent dat zijne handelwijze in deze wel de goed
keuring der vergadering zal kunnen wegdragen.
De heer VERHEIJEN zegt dat hij wegens afwezigheid
natuurlijk niet op de hoogte kon zijn van het besluit om
geen afschrift aan den directeur te zenden. Hij is ook van
meening