Na ontvangst van de agenda heeft spreker niet stil ge
zeten om ter bevoegder plaatse betreffende de houding van den
heer Kortman inlichtingen in te winnen en heeft zich gewend tot
den vleeschkeuringsdienst en tot de slagers
Spreker doet uitkomen,dat hij de meeste slagers,waaronder
de grootstepersoonlijk heeft bezocht,waarbij hem geen enkele
klacht tegen Kortman werd medegedeeld,slechts een varkensslager,
die niet in gunstig daglicht kan staan,wiens voortbrengselen uit
de slagerij niet altijd best waren,had natuurlijk eenige bemer
kingen.
OOk de hulpkeurmeester heeft pertinent verklaard steeds
met het hoofd van den vleeschkeuringsdienst te kunnen harmonieeren.
Spreker zegt,lat hij oij een onpartijdig onderzoek deze
resultaten heeft verkregen en meent dab de vleeschkeuringscommis
sie niet het recht had het rapport aldus samen te stellen.Er wordt
steeds gezien naardei persoon niet naar het ambt. De persoon do
mineert hier ook als Gedeputeerde Staten aandringen om het salaris
op f 24.500,- te bepalen. Hij heeft bewijzen gekregen dal; er harmo
nie bestaat tusschen de slagers en den vleeschkeuringsdienst en
er alleen een conflict is tusschen de vleeschkeuringscommissie en
het hoofd van den vleeschkeuringsdienst.
Spreker hoop,, en ver-trouwt ten slotte dat Gedeputeerde Sta
ten zoo blijven aandringen dat zij met voorstellen komen die de
Raad zonder meer n^et tcan afwijzen en stelt voor om het voorstel
van Gedeputeerde Staten in overweging te nemen dat,zoo hij hoopt,
door den Raad zal worden overgenomen.
De heer VALKENBURG betuigt zijn spijt in gevoelen te moeten
verschillen met den heer Jongenelen.
In normale gevallen is voor den gedachtengang van Gedepu
teerde Staten veel te zeggen,doch hier moest.worden afgeweken cm-
dat de persoon in kwestie afweek en daarom het normale loon niet
toegepast kon worden. een
De heer Jongenelen stelde onderzoek in,doch tegenover de
door hem verkregen resultaten stelt spreker vijf iaren praktijk
m de vleeschkeuringscommissie.
Klacho cp klacht werd daar vernomen. Van algerneene bekend
heid is het trcuwene dat de heer Kortman een zeer lastig karakter
11661 t
Wanneer bepaalde overheidspersonen een onderzoek naar
klachten instellen dan bewijst de praktijk dat met de waarheid
wel eens verkeerd wordt omgesprongen.
Ook de verklaring van den hulpkeurmeester komt spreker
onwaar voor,omdat ook van dezen ambtenaar klachten tegen het
hoofd van den keuringsdienst bij de Commissie zijn ingekomen.
Wanneer Kortman werd behandeld zooals moest zou het in de juiste
lijn liggen hem zijn congé te geven.
De houding van Burgemeester en Wethouders is wat het al
gemeen belang voorschrijft.
Ook de houdtang der vleeschkeuringscommissie.
We hebben denzelfden gedachtengang als Gedeputeerde Staten
in normale gevallen,maar Kortman maakt het zoo van den man dat
van de vleeschkeuringscommissie geen voorstellen kunnen worden
verwacht tot verhooging van zijn salaris.
De heer VERMEULEN kan zich volkomen vereenigen met het
gesprokene door den heer Valkenburg en handhaaft het voorstel
van Burgemeester en Wethouders.
DQ heer JONGKNELEN maakt uit het betoog van den heer
Valkenburg op dat zijne fractie het juiste standpunt inneemt.Bij
U.wordt uitsluitend gelet op de persoaaanen dat is de aanleiding
misschien die belet betere uitvoering van den dienst, In de al
lereerste plaats moet gezien-werden naar het ambt.
De gemeente dient ais basis voor de loonen en behoort een
behoorlijke werkgeefster te zijn,doch is dat in dit geval niet.
Het salaris van Kortman is beneden peil.
Spreker herhaalt c.e resultaben bij zijn persoonlijk on
derzoek verkregen en blijft bij zijn standpunt tengevolge daar
van ingenomen. Hij hoopt thans dat de Raad de zienswijze van Ge
deputeerde Staten zal volgen,
De
De heer RIDDERS wil het voorkomen,in verband met de fcetee-
kcalAr der woorden van den heer Valkenburgdat de slagers zich
niet geroepen gevoelen tegenover een lid van den Raad hunne
juiste meening te zeggen.
De heer VALKENBURG merkt opieven categorisch als de bewe
ring van den heer Jongenelen is omtrent het resultaat van zijn
onderzoek,zal het de heer Jongenelen niet euvel duiden,spreker
eveneens categorisch de houding van de vleeschkeuringsduamitssie
naar voren brengt. Zij zegt met nadruk het met de theorie van
Gedeputeerde Staten eens te zijn,doch behoudt zich het recht voor
stellen te doen om te ontslaan ofwel het salaris op het peil der
praestatie te brengen.
De Voorzitter zegt het voorstel van Burgemeester en Wet
houders in stemming te zullen brengen.
De heer JONGENEDEN zegt dat zijn voorstel van verdere
strekking is dan dat van Burgemeester en Wethouders en verzoekt
dat eerst in stemming te brengen.
De VOORZITTER antwoordt hierop,dat de heer Jongenelen dan
maar tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders moet stem
men
Spreker zegt verder te verwachten dat Gedeputeerde Staten
naar de Kroon zullen gaan.gelet op hetgeen in hun schrijven ver
meld staat
Hierna ontstaat nog eene discussie tusschen den heer Val
kenburg en Jongenelen,waarna de heer Jongenelen zegt dat men den
heer Kortman dan maar niet in dienst had moeten nemen in de
vooropgestelde wetenschap dat hij zoo'n lastig man was.
De VOORZITTER merkt spreker op dat het gemeentebestuur
in deze niets te zeggen had,het staat in de vleeschkeur ingswet
dat de gemeenten den gevestigden veearts moesten overnemen on
sluit hierna het debat.
Bij heropening der openbare vergadering wordt het voorstel
van Burgemeester en Wethouders in stemming gebracht en met 9
tegen 3 stemmen aangenomen.
Voor hebben gestemd de heeren Vermeulen,Smoor,Rastiaansen,
Van Nassau,WaïravensValkenburg, Van Overveld, Ridders en Damenj
tegen de heeren Jongeneleh, Teuns en Voeten.
DE SECRETARIS,
DE VOORZITTER,