Waterstraat en Groenstraat, aan de gemeente wil afstaan voor den prijs van f 1.75 per De heer STEYAARD geeft als zijne meening te kennen,dat, waar hij er in de vorige verg:adering voor was voor dien grond slechts f 1.25 te betalen, nu geen andere grond voor den prijs beneden f 1.60 is te verkrijgen, hij thans genoegen kan nemen met een prijs van f 1.75. Met algemeene stemmen wordt besloten den hierboven om schreven grond van de "Onderlinge Bouwvereeniging" voor den 2 prijs van f 1.75 per M aan te koopen. De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde een request van den heer F.A.G.Kuijperte Gemert, vroeger directeur der gasfabriek alhier,houdende het verzoek om teruggave van £h bedrag, groot f 5066.60, op last van de Commissie van toe zicht op het gasbedrijf voor eigen rekening door hem in het jaar 1910 betaald voor den aankoop van 7238 H.L. steenkolen. Adressant vermeent, aangezien blijkens schrijven van Burge meester en Wethouders dezer gemeente d.d. 31 Maart j.1. in deze aan geen fraude zijnerzijds te denken valt, het verzoek om restitutie te moeten en te mogen doen. De VOORZITTER stelt voor over de bespreking van dit request eveneens de geheimhouding op te leggen;dienovereen komstig wordt besloten. De heer HEERMA VAN VOSS, die in het jaar 1910 lid der Commissie van toezicht op het gasbedrijf was, deelt vervol gens met betrekking tot het request het volgende mede.Toen in 1908 de commerciëele boekhouding op de gasfabriek werd ingevoerd, werd den directeur verzocht opgave te doen van de aanwezige voorraden.Blijkbaar heeft toen de directeur de voor raden noch gemeten, noch gewogen,doch,zooals toen gebruike lijk,alleen geschat met gevolg dat,toen de heer F.Grosveld in 1910 boekhouder der fabriek werd en ziKh als zoodanig wilde vergewissen, of de aanwezige voorraden in overeenstem ming warerijmet die, vermeld in de boeken,deze tot de conclusie kwam kwam,dat de voorraad steenkolen volgens de boeken,n.l. 10273 H.L.zoo groot wasdat de kolenloods diaionmogelijk kon bevatten.In werkelijkheid bleken 3035 H.L. aanwezig, zoodat er een tekort van 7238 H.L. werd geconstateerd.De commissie dacht geen oogenblik aan fraude van de zijde van den directeur en ook nu nog doet spreker dat niet.Het was de overtuiging der Commissiedatindien de directeur den aan wezigen voorraad steenkolen in 1908 werkelijk had opgenomen, en niet, zooals nu gebeurd schijntgeschathet verschil in ieder geval niet zoo groot zou geweest zijn.De Commissie stond derhalve voor de keus van een en ander mededeeling te doen aan den Raadof wel den directeur den voorraad te doen aanvullen tot de hoeveelheid in de boeken vermeld.Aangezien de directeur het eerste zelf liever niet zag gebeuren, nam hij er genoegen mede tot aanvulling van den voorraad over te gaan; op deze wijze ook kon het aan hem zelf overgelaten worden,wanneer hij het in zijn belang achtte,den Raad van het tekort mededeeling te doen.Omtrent de wijze, waarop het tekort kan zijn ontstaan, deelt spreker mede,dat daartoe de volgende vier omstandigheden kunnen hebben medegewerkt: 1°.werden de lossers per H.L. betaald, zoodat door dezen bij niet scherpe controle, mede voor het verkrijgen van lick tere vrachten, meer H.L. uit de schepen werden gehaald,dan deze in werkelijkheid bevatten; 2°.kunnen voor de distillatie meer kolen zijn gebruikt dan werd opgegeven, teneinde de cijfers der gasopbrengst te flatteeren; 3°.werd nooit rekening gehouden met fabrieksverliesen 4°.kan door slecht toezicht door anderen zijn gefraudeerd Gerekend kan worden, dat het verschil is ontstaan over een tijdperk van ruim zes jaren,daar in 1902 de boekvoorraad steenkolen 1160 H.L. moest bedragen en die hoeveelheidals de kleinst geconstateerde hiertoe als basis kan in aanmer king komen.Spreker is er van overtuigd, indien de heer Kuij- per

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1920 | | pagina 9