per een goed gasdirecteur was geweest, hij de gelden -laat staan,dat hij deze dan niet had behoeven te Storten - niet zou gestort hebben, doch dat de heer Kuijper de vrees had, dat hij,nadat het verschil bekend was, zijn ontslag als directeur zou gekregen hebben. Namens Burgemeester en Wethouders stelt spreker ver volgens voor eene commissie te benoemen, die omtrent het ge beurde een onderzoek zal instellen en omtrent het verzoek advies uitbrengen. De VOORZITTER is van meening, dat, waar de heer Kuijper in elk geval als eerlijk man is te beschouwen en de geheele quaestie aan nonchalance zijnerzijds is te wijten, hem reeds voldoende boete is opgelegd door het gemis van de rente (£n het door hem betaalde kapitaal van f 5000.-, zoodat wel on middellijk tot teruggave kan beslist worden. De heer BRAAT zou het punt liever in eene voltallige vergadering behandeld zien of anders voor eene volgende ver- gadering op de agenda gebracht. De heer KONINGS,die indertijd mede lid van de Gascom- missie was, zegt het door den heer Heerma van. Voss gesprokene geheel te kunnen onderschrijven en dat de groote fout van den directeur is geweest, dat de voorraad werd geschat en niet gewogenzoodat abuizen niet konden uitblijven. De heer STEYAARD acht in het door den heer Heerma van Voss aangegeven geval het instellen van eene commissie over bodig en van den anderen kant, waar de straf reeds te zwaar is, noodzakelijk,dat de gelden wordeh teruggegeven;spreker meent,waar de heer Kuijper niet voor directeur geschikt bleek,dat hem voel eerder ontslag had moeten verleend worden. Hij brengt in het midden, dat het wellicht aanbeveling ver dient fle teruggave in vijf jaarlijlcsche termijnen te doen geschieden. De VOORZITTER zou er niet voor zijn de teruggave in 5 jaarlijksche termijnen te doen plaats hebben, doch in eens om om de quaestie ook in eens af te werken. Vervolgens wordt op voorstel van den Voorzitter met 8 tegen 4 stemmen besloten den heer Kuijper overeenkomstig zijn verzoek het bedrag ad f 5066.60 te restitueeren.Tegen stemden de heeren Jongeneelen, Voeten,Raats en Braat. Na een door den Voorzitter aan den heer Steyaard op diens verzoek gegeven inlichting omtrent den aanslag in den hoofdelijken omslag van iemand,die zelf deze gemeente heeft verlaten en wiens gezin alhier nog woonachtig is gebleven, wordt in openbare vergadering overgegaan. De Secretaris, De Voorzitter,

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1920 | | pagina 10