hy zich ook bereids tot den Commissaris der Koningin heeft gewend,waarop hem wel antwoord zal gegeven worden. De Voorzitter zegt,dat ingevolge het door hem gegeven antwoord de heer Steyaard heeft af te wachten of de Raad de machtiging tot het voorlezen van de no tulen zal gevenj wel kan hy mededeelen,dat er naar zyne meening,bezien van den kant van de door hem ge memoreerde q^uaestie van belangen,geen bezwaar tegen zal bestaan,daar die notulen niets kunnen bevattenwaar van de heer Steyaard geen kennis zou mogen nemen. De Voorzitter geeft vervolgens het woord aan den heer Steyaard voor de door dezen te doene mededeelingen waarom door hem ter behandeling van punt 9 der agenda van heden betreffendejhet huren van het sportterrein en het aankoopen van het terrein op den hoek der Dwars- kade en Badhuisstraat comité-generaal werd aangevraagd. De heer Steyaard zegt,dat naar zyn inzien de ge meente verkeerd doet door het sportterrein te huren; hy zou liever zien,dat het terrein door de gemeente werd gekocht,de gemeente kan dan op het terrein doen wat ze wil,het terrein gaat haar niet meer uit handen,zy kan hier alle kosten maken,welke er te maken zyn,daar het haar eigendom wordt,terwyl er b.v. anders over drie jaar wellicht meer huur gevraagd wordt. De Voorzitter zegt,dat wanneer de heer Steyaard alleen dit heeft mede te deelen,hiervoor toch geen comité-generaal behoefde belegd te worden; hy zegt te weten,dat het terrein door de tegenwoordige eigenaars is gekocht voor f 56000,- en dat hy voor zich er niet aan denkt een dergelyk bod voor het terrein te doen. De heer Steyaard zegt comitê-geheraal gevraagd te hebben,omdat.wanneer de Raad met zyne meening zou meegaan om het terrein te willen koopen,het dan toch beter

Raadsnotulen

Roosendaal: besloten, 1851-1916, 1919-1935 | 1919 | | pagina 7