42 D.e heer O.M.Lnijk-^ juicht deze plannen ten zeerste toe, maar maant tot voorzichtigheid. Hij vraagt wat er zal gebeuren, wanneer blijkt, dat de motorclub de wedstrijden nietkan of niet op de juiste wijze kan organiseren. ^e^oorzitter: Gedacht is aan een Stichting, waarin het bestuur van de Motorclub en het gemeentebestuur zitting hebben. aocht^de motor of wielerclub failleeen, dan kan de Stichting doorgaan. Bedoeling is ook dat aan de Stichting de vergunning wordt verleend en dat ook aan èe deze de internationale werdttrijden worden toegewezen. heer C.M.LuijW vreest dat alle werk van de gemeente van nul en gener waarde zal zijn zolang de Stichting er niet"is. Kaar zijn mening behoren beider werkzaamheden parallel te gaan. De Voorzitter beaamt zulks en stelt voor in principe de plannen te aanvaarden, onder voorwaarden dat hiervoor een Stichting in het leven wordt ge roepen. Wethouder ^eskena verklaart het eens te zijn met vorige spreker en wil in die geest de plannen in B en W bespreken. De heer Braat vraagt of aan de hand ener calculatie de^beide circuuits en de opbrengst der vorige wede strijden niet kan worden nagegaan na hoeveel jaren de wegen schuldvrij zullen zijn. Naar sprekers mening moet men in de gaten houden dat goede wegen van primair belamg zijn. Een afschrijving in b.v. 10 jaren zou zeer zijn toe te juichen. De heer van Reiien stelt de vraag, wat; er zal gebeurei wanneer geen toezegging van een jaarlijkse wedstrijd kan worden gedaan. De Voorzitter: Dan behoort de zaak opnieuw te worden bekeken en zal met een eenvoudiger nroject moeten worden volstaan. Spreker zegt echter goede hoop te hebben, dat deze toezegging zal worden gegeven. Hierna verklaart de raad met algemene stemmen in nrincipe goed te vinden dat plannen worden feeraamd voor de aanleg van twee circuuits innhet zuidelijk deel der gemeente, mits de belanghebbende motor- en wielerclub zich formeren tot een stichting. De Voorzitter zegt, voorts te willen spreken over een tweede belangrijk punt n.l. het bouwvolume 1950. Hij veronderstelt dat de raad uit courantenberichten reeds de toewijzing voor 1950 heeft vernomen. Spreker meende dat hierbij een vergissing in het spel jjjoet zijn. aarom heeft hij contact opgenomen met de commissaris der Koningin in deze provincie. Ook op de griffie heeft men de indruk, dat deze vaststelling aan de ^and van foutief verstrekte gegevens is geschied. aarom zal een nieuwe becijfering plaats hebben en hopelijk zal dat een betere verdeling tengeolge hebben. °e hear C.M.Luijkr informeert of bij deze toe\?ijzing de particuliere bouw is inbegrepen.

Raadsnotulen

Etten-Leur: besloten, 1946-1950 | 1949 | | pagina 18