- 71 - dat hij niet van plan is om zijn uitspraken in te trekken tot het tegendeel bewezen is. De heer Verheijen is van mening dat wat zijn fractie betreft de beloftes van de ambtenaren geen bestuurlijke waarde hebben. De beloftes zijn de heer Verheijen ook niet bekend. Wethouder Verheijen zal antwoorden op de financiële aspecten. Wethouder Adriaensen zal de technische aspecten behandelen. Hij heeft milieu in zijn portefeuille. Hij wijst het CDA erop dat wanneer er geen juridische basis is voor de kosten, de financiële belangen van de gemeente Zundert ernstig worden geschaad. Hij pleit er dan ook voor om dit onderwerp los te behandelen van het gemeentelijk rioleringsplan. Wethouder Verheijen verklaart waarom gekozen is voor een solidariteitstarief gebaseerd op 40 meterHet college is van mening dat dit op dit moment de enige juiste oplossing is. Hierbij moet ook gekeken worden naar de moeilijkheidsgraad om mensen die in het verleden veel meer hebben betaald terug te kunnen betalen. Het college wil dit wel graag. Rijsbergen heeft inderdaad een wat meer gedifferentieerd systeem. Dit wil niet zeggen dat het systeem goedkoper of beter is voor de burger. Er wordt toch een groot bedrag in rekening gebracht. Het is niet duidelijk of er sprake is van een kostendekkend tarief of een winstgevend tarief. Het is niet toegestaan om winst te maken. Het is vanuit Zundert niet te overzien. Ook het berekenen van terugbetalingen van aansluitkosten in het verleden is een tijdrovend karwei wanneer dit systeem wordt gehanteerd. In enkele gevallen is het zelfs niet te achterhalen. Dit zijn motieven om er voor te pleiten om de vaste bijdrage van 2.500,in rekening te brengen. Wellicht zijn er meerdere financieel/technische varianten die pleiten voor een vaste bijdrage van het genoemde bedrag. Het bedrag is gebaseerd op solidariteit en op de uitgangspunten zoals ze in de stukken te lezen zijn. Wethouder Verheijen verzoekt de raad dan ook om toch akkoord te gaan met de rioolaansluitverordening. Wethouder Adriaensen vindt de gedachte die uitgesproken is om deze kwestie te bespreken bij het gemeentelijk rioleringsplan vrij logisch. Hier kan men van gedachten wisselen over het al dan niet instellen van een gedifferentieerd tarievenstelsel. Hier kan gediscussieerd worden over de manier waarop de bijdrage moet worden opgebouwd. Wellicht moet worden uitgegaan van een bepaald aantal meters die voor iedereen gelden met daarboven voor iedere meter een bepaald bedrag. Op deze wijze wordt het systeem van Rijsbergen benaderd. Men heeft niet gekozen om te wachten met de discussie. Er liggen financiële aspecten aan ten grondslag. Er is besloten om de verordening zo snel mogelijk door de raad te laten vaststellen. De opbouw van het bedrag zoals het is verrekend als bijlage bij het voorstel is gebaseerd op wettelijke voorschriften die ook bij de presentatie van het gemeentelijk rioleringsplan naar voren zijn gebracht. De panden die binnen 4 0 meter liggen moeten verplicht worden aangesloten. Er is voor gekozen om deze berekening los te laten op de panden die in het buitengebied liggen binnen die 40 meter grens. De heer de Rooij zegt het allemaal niet zo goed te kunnen volgen. Naar zijn mening heeft men een verordening pas nodig wanneer het werk werkelijk wordt uitgevoerd. Wanneer een dienst verleend gaat worden heeft men de verordening nodig. Tot dat moment kan er niets gebeuren dus het lijkt hem verstandiger om gewoon te wachten. Op het gebied van het afval heeft men een gedifferentieerd stelsel. Men zegt dat de vervuiler betaalt. Hier kan dit nu ineens niet. Hij is van mening dat iedereen gelijk aangeslagen moet worden ongeacht de kosten die zijn gemaakt. Voor wat betreft de perceelsgrens verneemt de heer de Rooij graag wat wordt verstaan onder artikel 1, lid 2. Onder de aansluiting wordt verstaan het leggen van een buis naar het hoofdriool tot aan de grens tussen de openbare grens en het aangrenzend perceel.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1996 | | pagina 73