- 29 - Hoofdfunctie II Verkeer, Vervoer en Waterstaat. Wethouder Adriaensen heeft vernomen dat een aantal partijen hebben geconstateerd dat de reconstructies vanwege het buitengebied wat naar achteren zijn geschoven. Men heeft zich afgevraagd of dit nu niet meer de eerste prioriteit is. Wethouder Adriaensen moet dit bevestigen. Op het investeringsschema staat echter nog steeds de Stuivezandseweg en een onderzoek naar de reconstructie van de Prof. v.d. HoevenstraatVoorts is het zo dat er nog een wegbeheersplan bestaat. Dit plan is rationeel dus het werkt uitermate goed. Aan de genoemde wegen wordt in ieder geval het nodige onderhoud gedaan. Ten aanzien van de gladheidsbestrijding heeft men om een discussie in de commissie gevraagd. Wethouder Adriaensen kan zich dit voorstellen. Het is inderdaad goed om deze discussie te voeren maar het is niet zo dat het beleid dat is gevoerd is veranderd. Wethouder Adriaensen heeft dit ook al aangegeven in de commissie. Wellicht dat het beleid wel moet worden aangepast. In het investeringsschema staat vermeld dat er een proef wordt gedaan waarbij een klein aantal bermen ecologisch wordt beheerd. In de commissie Openbare Werken zal er een discussie over dit bermbeheer volgen. De vraag of men eerder of meer moet maaien is van geheel andere orde. Deze vraag kan bij gelegenheid worden besproken. Voor wat betreft de fietspaden is gezegd dat er een bedrag van 800.000,is gereserveerd. Dit kan worden gezien als een bestemmingsreserve. Vorig jaar is er voor 250.000,besteed. Er komt nu een vervolg. Hoe dit gaat gebeuren staat vermeld in de nota van aanbieding. Wethouder Adriaensen geeft een opsomming. Het gaat om de Moersebaan, het Frans Baantje, de Krochtenweg, het onderzoek naar de Prof. v.d. Hoevenstraat en het maken van de notitie fiets- en wandelpaden. Deze notitie is al langer toegezegd. In de hoofdfunctie Openbare Werken komen 2 notities voor. Het gaat om de fietspadennota en het VerkeersveiligheidsplanIn dit geval gaat het erom dat er wordt gewerkt aan de toezegging die er al lang ligt. In de commissie Openbare Werken heeft wethouder Adriaensen aangegeven hoe een en ander er uit moet gaan zien. Alle plannen die ooit zijn gemaakt worden hierin meegenomen. Zij worden geïnventariseerd. Er zullen zeker ook functionele fietspaden zijn. Er moet naar analogie van het plan Stuivezandseweg over gediscussieerd worden in de commissie Openbare Werken. Daarna moet er een plan worden gemaakt om in het vervolgtraject door te kunnen gaan met de fietspaden. Het plan moet voor duidelijkheid zorgen. De openbare straatverlichting zoals die is aangekondigd betreft alleen het opstellen van een beheersplan. Wanneer er in wijken iets moet worden gedaan aan de verlichting, moet dit worden meegenomen in het onderzoek dat wordt opgezet in de Berk of bij de evaluatie van het komplan. Wanneer blijkt dat er op een aantal plaatsen in het kader van bijvoorbeeld de veiligheid iets moet worden gedaan aan de verlichting, kan dit daar gebeuren. Er is ook een vraag gesteld over de object en bewegwijzering. Het zou gaan om het plaatsen van borden op plaatsen waar men de plaats binnenkomt. Wethouder Adriaensen heeft al eens eerder gezegd dat deze bewegwijzeringsplannen uitgebreid kunnen worden. Er is een eerste fase vastgesteld die in februari in de raad aan de orde zal worden gesteld. Het is goed om hier een fase achter te koppelen. Eerst moet bekeken worden hoe de eerste fase bevalt. Vastgesteld moet worden of de evenementen en de objecten op een goede en meest korte manier worden gevonden. Wanneer dit niet zo blijkt te zijn, moet hier iets aan worden gedaan. De borden die bij de ingangen van de bebouwde kommen worden geplaatst kunnen hierbij worden meegenomen. Er zijn veel opmerkingen gemaakt over de mechanische onkruidbestrijdingHet college is hiertoe om een aantal redenen overgegaan. Enerzijds wil men milieu-effecten bereiken en anderzijds wil men het voorbeeldeffect wat er van uit moet gaan bereiken. De motivering is terug te vinden in de nota van aanbieding. Er is gekozen voor de periode van een jaar. Dit wil niet zeggen dat men er geen vertrouwen in heeft maar men wil een aantal andere

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1996 | | pagina 31