- 6 -
gemeente Zundert in een dergelijk geval dan te handelen? Omtrent het
aantal zaken dat moet worden opgestart, merkt hij op dat daar zo spoedig
mogelijk aan moet worden begonnen. Het lijkt hem daarbij zinvol dat een
vergaderschema wordt opgesteld voor het bijzonder georganiseerd overleg,
de bijzondere adviesgroep e.d.
De heer Marijnissen zegt dat de colleges van de beide gemeenten in feite
een soort overeenkomst hebben afgesloten. Deze overeenkomst moet ertoe
leiden dat het herindelingsproces daadwerkelijk in gang wordt gezet. In
het voorstel worden een aantal zaken op een andere manier geregeld dan
in het voorstel van anderhalf jaar geleden. Hij vraagt zich echter af of
deze wijzigingen de moeite waard zijn om het hele herindelingsproces
anderhalf jaar op te schorten. Hij is het echter met de voorzitter eens
dat niet achterwaarts, maar voorwaarts moet worden gekeken. Wordt
overleg gevoerd tussen de provincie en de beide gemeenten omtrent de
keuze van een externe deskundige, of hebben Zundert en Rijsbergen daar
geen enkele rol in? De positie van de heer Anthonissen in het geheel is
hem niet helemaal duidelijk. Ook Werknemersbelangen is van mening dat zo
snel mogelijk moet worden begonnen met het proces. Van groot belang
daarbij is wel een goede verslaglegging naar de gemeenteraad toe. Van de
vele zaken die geregeld moeten worden zal een volgorde moeten worden
gemaakt, waarbij moet worden aangegeven welke punten nog dit jaar moeten
worden geregeld en welke zaken beter overgelaten kunnen worden aan de
nieuwe raad.
De heer v.d. Broek merkt op dat naar de mening van het CDA een gezame-
lijke raadsvergadering had moeten worden belegd om deze informatie mede
te delen. De voorzitter geeft een opsomming van hetgeen is gebeurd in
het verleden. De voorzitter van de raad in Rijsbergen zal deze geschie
denis ook uitleggen, maar in het verleden is meermalen gebleken dat een
en ander in beide gemeenten anders wordt uitgelegd. In de brief die het
CDA onlangs heeft verstuurd is dan ook aangegeven dat dergelijke zaken
moeten worden besproken in een vergadering van de BAG of in een gezame-
lijke raadsvergadering. Op deze manier wordt immers iedereen gelijktij
dig op dezelfde manier geïnformeerd. Naar zijn mening kan de raad
vanavond dan ook geen besluit nemen over het voorstel.
Het onderhavige voorstel bevat een aantal zeer herkenbare punten. Naar
de mening van de heer V.d. Broek is het dan ook een oud voorstel dat
opnieuw aan de orde wordt gesteld. Bij de eerdere behandeling bleek er
binnen het college te weinig draagvlak te bestaan voor het voorstel. Het
CDA heeft het volste vertrouwen in zowel de heer Anthonissen als de
beide amtelijke apparaten. De fractie van de heer V.d. Broek is steeds
van mening geweest dat beide gemeenten zelf tot een oplossing zouden
moeten kunnen komen. Inschakeling van een externe deskundige is reeds
eerder ter sprake geweest. Zoals gezegd waren beide colleges daar echter
geen voorstander van. Volgens het voorstel krijgt de externe deskundige
de rol van adviseur. Binnen de projectgroep en het gezamelijke manage
mentteam zal deze wellicht een belangrijke rol kunnen spelen, maar
binnen de stuurgroep heeft hij geen enkele bevoegdheid. De problemen
zijn daarentegen niet ontstaan als gevolg van onenigheid tussen de
ambtelijke apparaten, maar als gevolg van onenigheid tussen de beide
colleges. De externe deskundige wordt echter toegevoegd aan de ambtelij
ke organisaties en niet aan de stuurgroep. Het CDA betwijfelt dan ook of
dit tot resultaat zal leiden. De beslissingen worden immers genomen door
de beide colleges. Men kan zich de vraag stellen of meer waarde wordt
gehecht aan de zienswijze van een buitenstaander dan aan die van de
ambtelijke apparaten. Is bekend of de externe deskundige wordt gezocht
binnen de bestuurlijke of de ambtelijke kring? Daarnaast is het van
belang om te weten welke bevoegdheden deze persoon krijgt toebedacht.
Volgens het voorstel komt de nadruk wederom te liggen op het samenvoegen
van beide organisaties. Hij mist echter het regelen van de dagelijkse
d:\notulen\sep. 96