- 18 - het wel degelijk iets uit. Het diftarsysteem gaat 45,per huishouden kosten. Er zijn jaarlasten van zo'n 250.000,extra die opgebracht moeten worden ongeacht het voordeel. De afvalinzameling moet door de burgers gezamenlijk worden opgehoest. De burgers moeten dit bedrag gezamenlijk op gaan brengen. De ene burger zal wat voordeliger uit zijn en de andere wat duurderDe proef die in het streekgewest wordt genomen moet gevolgd worden. Het gaat de heer Poppelaars wat te ver om te zeggen dat Zundert aan de proef mee moet gaan doen. Binnen het stadsgewest heeft de gemeente Zundert het meest gedifferentieerde tarief. Dit moet gehandhaafd blijven. Na afsluiting van de proef kan gekeken worden of dit systeem al dan niet moet worden toegepast. Men moet er vraagtekens bij plaatsen of het werkelijk voordelen op gaat leveren. De heer v.d. Kloot zegt dat deze discussie een herhaling is van de discussie die in de commissie is gevoerd. Een evaluatierapport moet binnen 2 commissies besproken worden. Daarna moeten de conclusies in de raad worden gebracht. Op deze manier wordt niets opgelost. De mening van het college is niet duidelijk. De problemen die zijn geschetst onderschrijft hijVanavond zijn er van beide zijden geen nieuwe aspecten naar voren gebracht Wethouder Adriaensen onderschrijft de woorden van de heer v.d. Kloot. Datgene wat in de commissie is besproken is ook vanavond weer aan de orde gesteld. In deze raad hoort dit er bij. Er wordt vanavond niet overal omheen gedraaid. De afvalstoffennota is in 2 commissies besproken. In hoofdstuk 10 staan wel degelijk de conclusies en de aanbevelingen van het college. Wanneer dit goed wordt bekeken staan er een aantal conclusies die aangeven dat er geen nadere maatregelen worden getroffen. Het blijkt dat het systeem op dat punt voldoende heeft gewerkt. De taakstelling is gehaald. Men heeft met succes geprobeerd om de afvalstromen te reduceren. Er moet nog wel worden teruggekomen op zaken waar een voorstel geformuleerd is. In de nota staan een aantal voorstellen en dit is de reden waarom de nota nogmaals besproken moet worden in de raad. In de raad is heel lang gevraagd om de evaluatie van de afvalstof fennotaIn eerste instantie werd gedacht aan burgers. Vervolgens werd gezegd dat wanneer er veel klachten zouden zijn men hier niet zonder meer aan voorbij kon gaan. Aangezien er de laatste maanden weinig klachten zijn binnengekomen is men ervan uitgegaan dat de burgers over het algemeen tevreden waren. Men is toen naar het systeem zelf gaan kijken en de cijfers zijn op tafel gekomen. In een vervolgtraject moeten de burgers wel aan het woord komen. In het afvalgebeuren vormen zij een belangrijke component. Zonder de medewerking van de burgers is men nergens. Gelukkig was die medewerking er wel. Tot slot wordt er een beslispunt aan de orde gesteld. In de nota staat of men ten aanzien van het bedrijfspapier al dan niet de Kringloper in moet gaan schakelen om een offerte aan de bedrijven te doen. Op die manier kunnen zij onafhankelijk van de gemeente het bedrijfspapier inzamelen. Dit wordt gedaan omdat het bedrijfsafval eigenlijk geen zorg voor de gemeente is. De gemeente heeft de wettelijke verplichting om het afval van particulieren adequaat en gescheiden in te zamelen. Het afval wat door bedrijven wordt geproduceerd valt hier niet onder. Het stadsgewest is van mening dat bijvoorbeeld ook gekeken moet worden naar stromen die op een gemakkelijke manier ingezameld kunnen worden. Te denken valt aan papier. De concrete vraag is om dit op een andere manier op te lossen. In het evaluatieverhaal staat ook een stuk over de blauwe vuilniszak. Het is niet terecht om deze zak te vergelijken met de grijze zakken. Ze worden voor een ander doel gebruikt. De grijze zakken waren bestemd voor het verzamelen van verschillende soorten afval. De blauwe restvuilniszak is hier niet voor. Het gaat om het verzamelen van produkten die niet zwaar zijn. Te denken valt aan bijvoorbeeld plastic. Het college d\notulen\apr.96

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1996 | | pagina 166