-24- financieel gebied ook als een compliment. De fractie van het CDA is van mening dat uit de jaarplanning, punt B, een aantal structurele lasten voort zullen vloeien. Wethouder Verheijen is deze mening niet toegedaan. Op 1 januari 1997 heeft men een totaal andere uitgangspositie. Er komt een nieuwe organisatie en formatiebepaling. Deze personele uitgave is nodig om het investeringsprogramma uit te voeren. Het is dus niet structureel maar wel extra. De voorzitter is reeds duidelijk geweest over de BTW. Het is dus voor het college een taakstellend budget, gelet op de tijd en de ramingen waar men mee te maken heeft, bij de sector maatschappelijke zorg heeft men te maken met een achterstand. Dit komt omdat een aantal vacatures al lange tijd openstaan en omdat 2 geroutineerde mensen tegelijkertijd zijn weggegaan. Het CDA heeft regelmatig aan de portefeuillehouder gevraagd waarom een en ander lang duurt. Het is gebleken dat er op het gebied van welzijn en cultuur intensiveringen zijn. Dit staat ook in het coalitieakkoord zoals het werkprogramma van de coalitie aangeeft. Enerzijds moet men achterstand inhalen en anderzijds is er sprake van intensivering van beleid. Hier is de extra inzet voor nodig. De archief medewerkerde medewerker op de typekamer en de receptie is bittere noodzaak. Een an ander valt onder kolom A. Bij het amendement van de WD komt men tot de conclusie dat zij voorstellen om het krediet van 250.000,voor de herindeling in te trekken. Vervolgens wordt voorgesteld om 475.000,beschikbaar te stellen ten laste van het voorlopige rekeningresultaat 1995. In de commissievergadering Algemeen Bestuur en Financiën en Begroting is hiervan een overzicht gegeven. Op dit moment kan men een bedrag zien van 1.700.000,Het college kan het amendement positief ondersteunen. Afhankelijk van de voortgang in het herindelingsproces zal het college nadere voorstellen voorleggen over de financiële consequenties van die samenwerkingsakties Wethouder Damen komt nog even terug op de vraag om een bedrag voor uitbreiding van de capaciteit voor de sector Ruimtelijke Ordening en Milieu. Een ieder moet zelf de kwalificatie maar bedenken voor het investeringsschema. Het is een feit dat wanneer men komt tot een opsomming van wat er bij de sector Ruimtelijke Ordening en Milieu allemaal moet gebeuren, men tijd te kort komt. Te denken valt aan het bestemmingsplan buitengebied, het bestemmingsplan voor de bebouwde kom, de volkshuisvestingsnota, de structuurvisie, het bestemmingsplan niet agrarische bedrijven wat aangepast moet worden, de evaluatie van het komplan en de aanpak van de tweede fase, de ruilverkaveling, dorpsplan Achtmaal, het evenemententerrein, de nota speelvoorzieningen, de leefbaarheidsonderzoeken en Elisabeth. Wanneer men in deze commissie zit weet men wat er allemaal nog moet worden gedaan en hoe hard hier aan gewerkt moet worden. De commissievergaderingen duren erg lang en er zijn uitgebreide discussies. Te denken valt aan het bestemmingsplan buitengebied. Er komt veel voor kijken om een en ander binnen de tijdsplanning te houden. Er is overleg met veel belanghebbenden. Op korte termijn wil men alles naar buiten brengen via een conceptvoorontwerp. Dit kost veel overleg. Daarnaast moeten er veel dagelijks terugkerende werkzaamheden worden verricht. Het gaat bijvoorbeeld om verzoeken van inwoners waar men gehoor aan wil geven. Ondanks het feit dat het sectorhoofd weer extra beschikbaar is, mag men blij zijn wanneer men het met de extra investering kan halen. Het is te legitimeren wanneer er een extra krediet wordt gevraagd om alle belangrijke plannen te realiseren. Het extra krediet is taakstellend. Wanneer men het met dit krediet kan redden, is er een prestatie van formaat geleverd. De heer van Tichelt heeft nog een kleine aanvulling. In het verleden is er weinig gedaan tijdens ziekte, zwangerschapsverlof enz. Dit betekent niet

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1996 | | pagina 134