-10- in de inspraak sneuvelt. Hoe langer het duurt, hoe moeilijker het voor een ieder wordt Dhr, van Tichelt geeft aan dat de plannen uitgebreid zijn behandeld in de commissie ROM. Wellicht is het mogelijk om een lokale kandidaat in de werkgroep zitting te laten nemen. Op die manier wordt inderdaad het draag vlak vergroot. De fractie van de WD vindt het nodig dat er zo snel moge lijk een goed bestemmingsplan Buitengebied komt. Dhr. van Tichelt is van mening dat het werk wat de eigen afdeling levert parallel moet lopen aan het werk van bureau Croone. Ook de termijn moet op elkaar worden afgestemd. Het is goed dat de eigen afdeling ervaring opdoet. Op die manier kan men de kennis wellicht voor de toekomst gebruiken. De tekeningen en de voorstellen moeten tijdig gepresenteerd worden. Met de rapportages die nu reeds voor handen zijn is het nodig om eindelijk eens een bestemmingsplan Buitengebied te krijgen. Mevr. Franken-Adriaensen is van mening dat er een werkgroep moet worden gevormd die niet al te groot is. Wanneer de groep te groot is krijgt men problemen met vergaderdata, bijeenkomsten enz. Het is wel noodzakelijk dat vertegenwoordigers die zitting nemen, zaken terugkoppelen naar hun achter ban. Op die manier kunnen stukken van anderen besproken worden op de vergaderingen. De stukken moeten tijdig aan worden geleverd bij de juiste personen. De stukken moeten immers goed bestudeerd worden. Dhr, v.d. Broek sluit zich aan bij de vorige sprekers. Er moet snel een bestemmingsplan Buitengebied komen. Bureau Croone is naar de mening van zijn fractie een goede keuze. Het bureau heeft meegewerkt aan de richtlij nen voor het streekverbandZij hebben ook andere bestemmingsplannen in het brabantse buitengebied goedgekeurd gekregen bij de provincie. De kwaliteit is dus aanwezig. Dhr. v.d. Broek hoopt dat bureau Croone gebruik gaat maken van de informatie die reeds voorhanden is. Het werk hoeft niet helemaal opnieuw te worden gedaan. Getracht moet worden om niet te gedetailleerd te werken. Er moet een tussentijdse rapportage komen naar de commissie ROM. Hij sluit zich aan bij de visie van mevr. Franken-Adriaensen dat een ieder ondersteund moet worden door mensen uit de eigen sector. De voorzitter is het er mee eens dat het bestemmingsplan Buitengebied een ingrijpend gebeuren is. De gemeenschap bestaat voor een groot gedeelte immers uit buitengebied. Er moet uiteraard geluisterd worden naar de mensen. Op 3 april is er een informatieavond voor het gehele zuidelijke stroomgebied van de Mark. Deze avond wordt gehouden in cultureel centrum van Gogh. Alle raadsleden, commissieleden, pers, NCB enz. krijgen hier informatie over datgene wat uit het zuidelijk stroomgebied van de Mark is gekomen. De raad moet op de hoogte blijven van de ontwikkelingen. Het is echter niet verstandig om iemand die later een oordeel moet geven te gaan betrekken bij het opstellen van het plan. De raad moet er wel via de commissie ROM bij betrokken worden. Dhr. Adriaensen heeft gevraagd waarom er niet gekozen wordt voor iemand van een overkoepelende organisatie. Het zijn mensen die allemaal plaatselijk werkzaam zijn. De voorzitter wil dit ook zo houden. De grotere kaders zijn aangegeven in het zuidelijk stroomge bied van de Mark. De regionale visie die past bij een bestemmingsplan maakt daarvan onderdeel uit. Er blijven nu eenmaal zaken waarover men van mening blijft verschillen. In de landbouwontwikkelingsgroep behoren uitsluitend mensen zitting te nemen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van de landbouw. Deze afspraak is reeds lange tijd geleden gemaakt en het is zinloos om hier nu weer over te discussiëren. Bovendien is het zo dat het zuidelijk stroomgebied van de Mark reeds eind mei met een totaalrapportage komt. Nadere informatie heeft uitgewezen dat vertegenwoordigers van het Brabants Landschap van een andere zijde belanghebbende zijn. Zij mochten dit niet van hun overkoepelende organisatie. Er moeten mensen van de vogel-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1995 | | pagina 39