30 maart 1995, nr. 1
GEMEENTE Notulen van de openbare raadsvergade-
Z U N D E R T ring van de gemeente Zundert, gehou
den op donderdag 23 februari 1995 om
19.30 uur in het gemeentehuis.
Aanwezig;
de heren P.J.S.M. Adriaensen, C.W.A.M. van Aert, L.J.M. v.d. Broek, J.J.
Damen, mevrouw C.M.J. Franken-Adriaensen, de heren A.J.H.C. Jacobs, A.M.M.
v.d. Kloot (wethouder en waarnemend voorzitter), R.H.J. Kustermans, C.A.M.
Marijnissen, H.J.M. Poppelaars (wethouder), H.M.A.M. de Rooijmevrouw
M.P.F. Sprenkels-van Dijck, de heren J.J.M. van Tichelt, A.J.P. Verheijen
en C.F.J. Verheijen (wethouder).
Voorzitter: de heer A.M.M. van der Kloot, wethouder.
Sekretaris; de heer A.J.M. Anthonissen, qemeentesekretaris
De voorzitter opent de vergadering met het uitspreken van het voorgeschre
ven gebed
1Beëdiging als raadslid van de heer J.J.M. van Tichelt
De voorzitter neemt de heer van Tichelt de verklaring en belofte afDe
heer van Tichelt volgt de heer Haest op als lid van de gemeenteraad.
2Vaststelling notulen van de vergaderingen van 3 en 10 november1994en
19 januari 19 95
De heer Adriaensen zegt tijdens de rondvraag van de vergadering van 19
januari 1995 te hebben gevraagd wanneer de bezwaarschriften tegen de
reconstructie van de markt en de Molenstraat worden afgehandeld. Uit de
discussie in de commissie ROM heeft hij begrepen dat de evaluatie van een
en ander pas in mei zal plaatsvinden. Hij vraagt of de ingediende bezwaren
daarbij zullen worden betrokken. Wanneer dat het geval is, vraagt de heer
Adriaensen zich af of dat niet wat laat is met het oog op de wettelijke
termijnen van de Algemene Wet Bestuursrecht. De bezwaarschriften dateren
immers van augustus 19 94.
De voorzitter antwoordt dat niet verlangd kan worden dat dergelijke werk
zaamheden wekelijks worden geëvalueerd. De meeste bezwaarschriften hebben
betrekking op de parkeerzöne. De discussie daarover moet zo zorgvuldig
mogelijk worden gevoerd. Een aantal bouwstenen voor deze discussie is reeds
aangedragen. Met name de Verkeerscommissie heeft een aantal suggesties
gedaan. Er dienen echter ook andere belangen te worden afgewogen. Het is de
bedoeling dat in de eerstvolgende vergadering van de Verkeerscommissie in
april alle werkzaamheden nogmaals goed onder de loep te nemen. Hierna wordt
een en ander geëvalueerd in de commissie en de raad. Het lijkt hem overi
gens wel een goede zaak dat de bezwaarmakers op de hoogte worden gebracht
van het feit dat afhandeling nog enige tijd op zich kan laten wachten.
Dhr. Adriaensen is het met de voorzitter eens dat de evaluatie zorgvuldig
dient te gebeuren. Men mag echter niet vergeten dat de brieven dateren van
augustus 1994. Wanneer de evaluatie in mei plaatsvindt, zal het waarschijn
lijk augustus worden voordat een uitspraak wordt gedaan over de bezwaar
schriften. Naar zijn mening getuigt dit niet van een goede wijze waarop
wordt omgegaan met bezwaren van mensen.
De voorzitter antwoordt het met de heer Adriaensen eens te zijn dat een en
m