- 4 - De heer Mariinissen sluit aan op de woorden van de wethouders en van de heer v.d. Broek. De heer Marijnissen deelt de mening van de heer v.d. Broek dat men moet bezinnen eer men begint. Op dit moment wordt er niet gewerkt conform de wens van de mensen uit Zundert. Gedeeltelijk heeft hij hierin gelijk. Hij had zich dit echter in 1994 moeten realiseren. De wens van de bevolking is toen uitgesproken. De verhouding tussen de fracties van het CDA en Werknemersbelangen veranderde van 6-3 in 5-4. Op dat moment had men zich moeten realiseren dat de bevolking van Zundert zich had uitgesproken. Hij had moeten handelen zoals dat op democratische gronden had moeten gebeuren. Op dat moment kon en mocht het niet. Zoals het nu gaat is ook niet de keuze van Werknemersbelangen. Zij zouden graag zien dat de bevolking de mening via een referendum uit zou kunnen spreken. De crisis moet opgelost worden. De bevolking zou hier een visie over uit kunnen spreken. De wet laat dit echter niet toe. Werknemersbelangen past de wet toe. De verwijten van het CDA zijn verwijten aan zichzelf. Men moet zich dit realiseren. In de besprekingen ging het niet om de ideeen, de bereidwilligheid, de inzet en de kwaliteit maar om het feit dat men tegenstander was geweest. Het CDA kon dit niet vergeten en men was erg rancuneus. De toon waarop gesproken wordt en de manier waarop, wordt nog altijd bepaald door de fractie Werknemersbelangen zelf. Men is bereid tot veel zaken. Men heeft dit meerdere malen aangetoond. Een prominent lid van het CDA heeft gezegd dat men een partner zocht maar dat het verleden niet kon worden uitgewist. Om deze zaken draaide het en niet om de toekomst. Vanuit die gedachte heeft het CDA gehandeld. Er is bijvoorbeeld gesproken over het woningbouwbeleid. Zijn fractie steunt het aantal dat is gebouwd. De manier waarop bepaalde groepen in Zundert hebben kunnen handelen en bouwen is af te keuren. Het ging vooral om de stijl van werken. Er was een duidelijk collegebeleid met een prominente voorzitter. Toen de voorzitter weg was viel er een gat. Men dacht op dezelfde wijze door te kunnen gaan. Dit is waarschijnlijk één van de hoofdoorzaken die ertoe hebben geleid dat men in is gaan zien dat op dergelijke wijze niet gewerkt moet worden. De tijden zijn veranderd. De besprekingen die in eerste instantie met fracties zijn gevoerd waren zo positief dat men getracht heeft een nieuw college te vormen. De fractie Werknemersbelangen denkt hierin te zijn geslaagd. Om te beginnen is gevraagd of men vertrouwen in elkaar had. Er zal heel wat ingeleverd moeten worden. Iedereen heeft zich hier positief over uitgespro ken. Nadat de duidelijke wil is uitgesproken dat men ook moeilijke zaken met elkaar wilde bespreken, is men in het openbaar onderhandelingen gaan voeren. Men is gevorderd tot op dit moment. De feiten liggen er. Wanneer er geen politieke meerderheid is, moet men als wethouder consequenties trekken. Wanneer men dit niet doet is dit natuurlijk ook volgens de wet. Wanneer de heer Marijnissen had geweten dat deze vertoning het gevolg was, had hij in september al een motie van wantrouwen ingediend. Hij heeft zich erg geërgerd aan het feit dat een brief van 27 oktober is doorgeschoven naar 9 of 11 november. Men verkiest te besturen zonder een meerderheid van de raad. Men had ook een andere weg kunnen kiezen. Er is door het CDA te weinig aandacht besteed aan het feit dat de gemeenteraad in een gemeente het hoogste college is. Hier moet opnieuw gezag aan gegeven worden. Er moet hiervoor een betere basis komen. Wat vanavond op tafel ligt wordt door de fractie Werknemersbelangen gesteund. Wat hem betreft kan over worden gegaan tot stemming. De heer A. Verheijen geeft aan dat wethouder v.d. Kloot heeft gesproken over het feit dat de WD een streek heeft geleverd. Groen Zundert is een partij die het leveren van streken door wie dan ook niet zal steunen. De heer Verheijen geeft aan dat de fracties zich inderdaad hebben bezonnen en wensen te beginnen. Men begint in goede harmonie, in goede samenwerking en op democratische basis. Er is een meerderheid in de raad. Men heeft wel oog

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1995 | | pagina 269