- 4 -
De heer Verheijen is dan ook benieuwd naar de uitkomsten van het gesprek op
18 september. Eerlijk gezegd is hij van mening, dat door het college een
klein succes zal worden geboekt, maar dat, gezien de grote overschrijdingen
van de richtgetallen, een forse terugname in de woningbouw in Zundert
tegemoet kan worden gezien. Hij vraagt zich dan ook af of een en ander
consequenties kan hebben voor de verkaveling van percelen aan de Burgemee
ster Manderslaan/TurnstraatHij vraagt zich af wat er gaat gebeuren als de
provincie haar goedkeuring aan dit plan onthoudt? De gronden zijn immers
verkocht. Wellicht gaat de gemeente deze mensen schadeloos stellen.
Hetzelfde geldt voor het plan "Hofdreef". Ook daar mag dit niet gebeuren.
Dit heeft wel tot gevolg dat diegenen die afhankelijk zijn van een woning
in de sociale sector daarvan de dupe zijn.
De fractie Groen Zundert betreurt het dat zij pas na afloop van het eerste
gesprek met Gedeputeerde Staten de aandachtspunten voor dit gesprek onder
ogen krijgen en dat zij geen inzicht krijgt in de notitie die morgenvroeg
op het provinciehuis aan de orde zal komen. De commissie Ruimtelijke
Ordening en Milieu loopt op 11 september dus wederom achter de feiten aan.
De zaak ligt dan immers bij de provincie en het zal dan wel niet meer
mogelijk zijn wijzigingen aan te brengen.
Tot slot zegt de heer Verheijen dat de fractie Groen Zundert, gezien de
uitspraken in de media, gezien het gevoerde beleid, en gezien het veel te
laat informeren van de raad de handelswijze van het college afkeurt.
De heer Damen merkt op teleurgesteld te zijn in de uitkomsten van het
gesprek met de provincie, hoewel een dergelijke uitkomst was te voorzien.
De fractie Groen Zundert legt de fout bij het huidige en vorige college en
de daarbij behorende coalities. Natuurlijk zit daarin een kern van
waarheid, maar de zaak moet toch enigszins worden genuanceerd. De fractie
Werknemersbelangen is er voorstander van dat er voor de inwoners van
Zundert voldoende mogelijkheden moeten zijn om een woning te bouwen of te
huren. Op die mogelijkheid moet de gemeente haar beleid richten. Dit houdt
uiteraard niet in dat men zich niet mag storen aan van bovenaf opgelegde
regelgeving. Men moet er in zo'n geval zijn uiterste best voor doen deze
regelgeving te veranderen. Dat houdt in dat de gemeente Zundert al haar
invloed moet aanwenden om bestuurders op hoger niveau ervan te overtuigen
dat deze regelgeving niet juist is. Het is immers niet logisch dat Zundert
geen woningen mag bouwen, terwijl steden als Breda, aan hun toegewezen
woningen niet gebouwd kunnen krijgen. Wellicht zou het een goede zaak zijn
dat iedere vorm van invloed, hoe klein dan ook, tot op het hoogste niveau
wordt aangewend om hier verandering in te krijgen. Misschien dat het ook
een idee is om in samenwerking met andere plaatsen met soortgelijke
problemen te bewerkstelligen dat het rijk en de provincie haar beleid in
deze gaat herzien. Op die manier kan worden bereikt dat op een legale
manier meer woningen mogen worden gebouwd. Het feit dat de regelgeving van
hogerhand niet correct is, houdt niet in dat het gemeentebestuur kan worden
vrijgepleit van alle schuld. Zundert is slachtoffer van haar eigen beleid
om het bestemmingsplan in Klein-Zundert op zo'n snelle manier vol te
bouwen. Hier is men te werk gegaan met een te weinig vooruitziende blik.
Naar de mening van de fractie van de heer Damen zijn, hetzij rechtstreeks,
hetzij via makelaars, te veel woningen terecht gekomen bij inwoners uit
andere gemeenten. Een ander aspect dat de zaak geen goed heeft gedaan, is
de manier waarop het gemeentebestuur de discussie in de pers heeft gevoerd.
Een aantal uitspraken heeft er wellicht toe geleid dat de provincie de
gemeente Zundert extra zwaar straft om als voorbeeld te dienen voor andere
gemeenten die de richtgetallen hebben overschreden. Dat ook andere
gemeenten meer bouwen dan is toegestaan zal een ieder duidelijk zijn. Hij
is dan ook blij met de toezegging van de voorzitter dat hij de discussie
niet voert via de pers, maar rechtstreeks met de provincie.
- Het -