31 augustus 1995, nr. 1
GEMEENTE
Z U N D E R T
Notulen van de openbare raadsvergade
ring van de gemeente Zundert, gehou
den op donderdag 29 juni 1995 om
19.30 uur in het gemeentehuis.
Aanwezig
de heren P.J.S.M. Adriaensen, C.W.A.M. van Aert, L.J.M. v.d. Broek, J.J.
Damen, mevrouw C.M.J. Franken-Adriaensen, de heren A.J.H.C. Jacobs, A.M.M.
van der Kloot (wethouder) R.H.J. Kustermans, C.A.M. Marijnissen, H.J.M.
Poppelaars (wethouder), H.M.A.M. de Rooijmevrouw M.P.F. Sprenkels-van
Dijck, de heren J.J.M. van Tichelt, A.J.P. Verheijen en C.F.J. Verheijen
(wethouder)
Voorzitter; ir. P.J. Gruijters, burgemeester (wnd)
Secretaris; de heer A.J.M. Anthonissen, gemeentesecretaris
De voorzitter opent de vergadering met het uitspreken van het voorgeschre
ven gebed.
De voorzitter zegt dat aan de raadsleden een extra agendapunt is uitge
reikt. Hij vraagt of de raadsleden ermee in kunnen stemmen om dit punt voor
de rondvraag van deze vergadering te behandelen.
De raad gaat hiermee akkoord.
1Vaststelling notulen van de vergaderingen van 27 april 1995 en 18 mei
Zowel de notulen van 2 7 april 19 95 als die van 18 mei 19 95 worden zonder
op- en/of aanmerkingen vastgesteld.
Naar aanleiding van de notulen van 27 april 1995 merkt de heer Adriaensen
op, dat op pagina 14 een en ander is weergegeven omtrent de intentieverkla
ring van huize Elisabeth. De heer v.d. Broek heeft daarbij gezegd: "Wel
licht dat de provincie er van kan worden overtuigd dat het richtgetal
éénmalig enorm verhoogd moet worden. Hij heeft er vertrouwen in dat dit zal
gebeuren, gezien de toezeggingen die er zijn gedaan." De heer Adriaensen
vraagt hoe de zaken er momenteel voor staan. Voor zover hij heeft begrepen,
is er een soort convenant gesloten. Een convenant wordt gesloten door
partners die elkaar vertrouwen. Uit berichten in dagbladen blijkt echter
het tegenovergestelde. Een terechte vraag dus, of is de conclusie gerecht
vaardigd dat de uitspraken en de handelswijze van het college en wethouder
v.d. Kloot reeds zoveel schade hebben aangericht dat er van een convenant
geen sprake meer is
De voorzitter antwoordt dat 27 april twee maanden geleden was. Sinds die
tijd is er dan ook heel wat gebeurd. Sinds zijn aanstelling heeft hij
éénmaal een gesprek gehad met de Gedeputeerde, de heer Van Harten. Toeval
lig heeft hij vandaag een uitnodiging gekregen voor een vervolggesprek met
twee leden van het college van Gedeputeerde Staten. Het heeft dus de volle
aandacht van het college. Voorts is toegezegd dat in de eerstvolgende
vergadering van de commissie Algemeen Bestuur wordt uiteengezet hoe de
zaken ervoor staan ten aanzien van de richtgetallen en hoe het daarmee
verder moet.
1995