Notulen van de openbare raadsvergade
ring van de gemeente Zundert, gehou
den op donderdag 18 mei 1995 om 19.30
uur in het gemeentehuis.
Aanwezig
de heren P.J.S.M. Adriaensen, C.W.A.M. van Aert, L.J.M. v.d. Broek, J.J.
Damen, mevrouw C.M.J. Franken-Adriaensen, de heren A.J.H.C. Jacobs, R.H.J.
Kustermans, C.A.M. Marijnissen, H.J.M. Poppelaars (wethouder), H.M.A.M. de
Rooijmevrouw M.P.F. Sprenkels-van Dijck, de heren J.J.M. van Tichelt,
A.J.P. Verheijen en C.F.J. Verheijen (wethouder)
Voorzitter; ir. P.J. Gruijters, burgemeester
Secretaris: de heer A.J.M. Anthonissen, gemeentesecretaris
De voorzitter opent de vergadering met het uitspreken van het voorgeschre
ven gebed
De voorzitter vraagt of de raad ermee instemt dat aan de agenda wordt
toegevoegd de nota omtrent het uitstellen van de juridische eigendomsover
dracht van het gemeentelijk woningbezit aan de Woningstichting
"Woonservice" met uiterlijk vier maanden tot 1 oktober 1995.
De raad stemt hiermee in.
1Ingekomen Stukken
III Klachten van bewoners Markt en directe omgeving inzake geluidsover
last/trillingen als gevolg van de wegreconstructie Markt/Molenstraat.
De heer Adriaensen zegt dat het punt eveneens aan de orde is gesteld in de
vergadering van de commissie ROM. Hij heeft getracht de bandopname van deze
vergadering te beluisteren. Helaas is dat niet gelukt, omdat de bandopname
mislukt schijnt te zijn. Hij heeft daarom toch nog enkele vragen.
Bij de stukken voor de vergadering van de commissie ROM was een evaluatie
verslag bijgevoegd van de commissie 'Komplan'.
De voorzitter merkt op dat het college voorstelt om het voorstel in handen
te geven van burgemeester en wethouders. Daarmee komt de brief automatisch
aan de orde in de commissie en raad. Volgens het Reglement van Orde wordt
er niet gediscussieerd over zaken die terug komen in de raad.
De heer Adriaensen merkt op dat hem het Reglement van Orde bekend is. Het
merkwaardige is echter dat deze brief ook reeds ter inzage is gelegd bij de
stukken van de commissie ROM. Dat is vreemd, omdat deze brief in eerste
instantie ter inzage moet worden gelegd bij de stukken van de raad. Een en
ander houdt in dat deze brief aan de orde kon worden gesteld in de commis
sievergadering. Daarom heeft de raad zeer zeker het recht om op deze brief
terug te komen. De gemeenteraad is immers een hoger college dan een
adviescommissie aan het college.
Srafc
GEMEENTE
Z U N D E R T
29 juni 1995, nr. 1