- 16 - forse uitbreiding plaats zal vinden. Wethouder v.d. Kloot is van mening dat een groot aantal vragen ook al zijn gesteld in de commissie ROM. De heer Marijnissen heeft een vraag gesteld omtrent het beleid ten aanzien van bejaarden. Hij deelt mede dat wethouder Verheijen hierop terug zal komen. Wethouder v.d. Kloot is blij dat de fracties positief reageren op het voorliggende plan. Het gaat om een intentieverklaring die niet zomaar uit de lucht is komen vallen. Vele instanties met vaak tegengestelde belangen zijn bij elkaar gebracht. De vorige voorzitter van de raad heeft zich erg ingespannen om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. Dit is gelukt. Het zal de ouderenzorg in de toekomst in positieve zin beïnvloeden. De toezegging van de provincie is één van de grootste steunpilaren van de intentieverklaring. Het is dan ook terecht dat de heer v.d. Broek en de heer van Tichelt hier vragen over stellen. De gedeputeerde heeft in het openbaar toezeggingen gedaan en deze later herhaald. Er worden inderdaad wel wat slagen om de arm gehouden. Men moet er echter op vertrouwen dat datgene dat wordt gezegd ook wordt nageko men. Wethouder v.d. Kloot is van mening dat de gedachte van deze tijd er meer op gericht is om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Men moet af van de gedachte dat mensen 25 jaar in een verzorgingstehuis leven. Dit is pas nodig wanneer mensen behoeftig worden. De verzorgings plaatsen waar het hier om gaat zijn substitutiebedden, bedden die meer service bieden dan de reguliere verzorgingsplaatsen. Dit naar aanleiding van de opmerking van de heer Marijnissen omtrent het minder beschikbaar zijn van verzorgingsplaatsen. De heer Marijnissen gaat ook nog in op de kapel. De wethouder betreurt het ook dat de kapel moet verdwijnen. Hij drukt echter erg zwaar op het financiële budget. Het geld kan nuttiger worden besteed. De kapel kan in de huidige functie niet behouden blijven. Er wordt aan deze tijd aangepaste recreatieruimte teruggebouwd. Wethouder Verheijen meldt dat zijn competentie zich richt op het ouderenbe leid en de zorg in relatie tot welzijn. De afbouw van 90 naar 60 verzor gingsplaatsen is het directe gevolg van het provinciale beleid dat men voor renovatie van verzorgingshuizen budgettair neutraal wil doen. Dit kan niet anders dan dat men door het inleveren van exploitatiemiddelen minder verzorgingsplaatsen kan terugbouwen. Tevens sluit het aan bij de opvatting dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig willen blijven wonen. Zij willen daarbij wel een zorggarantie, dus dicht bij zo'n zorgcentrum of dicht bij de kom van bijv. de gemeente Zundert. Wonen en zorg zijn combinaties die in de toekomst bij elkaar moeten blijven. De wethouder is ervan overtuigd dat dit ook de wil van de ouderen zelf is. Ouderen stellen zo lang mogelijk de keus voor een verzorgingshuis uit. Dit blijkt uit onderzoeken en rapporten. Het is dan ook mooi dat op deze lokatie een groot aantal seniorenwoningen gebouwd gaan worden met de zorg bijna op afroep. Niet alleen het verzor gingshuis gaat de zorg bieden. Er moet ook samenwerking zijn met de eerste lijnszorg. Te denken valt aan het kruiswerk, de gezinszorg enz. Men moet er voor zorgen dat de juiste zorg op de juiste plaats en op het juiste moment geleverd wordt. Het is nog niet duidelijk wie hier de verantwoordelijkheid voor heeft. Men wacht nog op een definitief standpunt van de regering over het rapport van de commissie Welschen. De taak van de gemeente is tot op heden voorwaardenscheppend. Te denken valt aan de planologie, participeren enz. Samenwerken is in ieder geval noodzakelijk. Alle instanties die hier meewerken aan de gebouwen, de inhoudelijke zorg of het welzijn hebben dit motto voor de toekomst. De gemeente Zundert vergrijst inderdaad sterk. Cijfers wijzen dit uit. Op zeer korte termijn verschijnt er een rapport opgesteld door het PON. Dit rapport gaat over de behoefte naar verpleeghuiszorg in Zundert en de regio. Er zullen zeker demografische gegevens in de richting van vergrijzing en dubbele vergrijzing voor Zundert

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1995 | | pagina 104