- 24 -
schorten in afwachting van een regeling die wordt opgenomen in de sub
sidieverordening
De fractie van de heer Adriaensen is er niet helemaal van overtuigd dat een
en ander een eigen keuze was van de vereniging. Wanneer men de brief van de
gemeente goed leest, kan daar uit worden opgemaakt dat de gemeente in een
bepaalde richting heeft gestuurd. Wethouder Roks stelt echter dat een en
ander wel degelijk bekend was. Wat belangrijker is, is het feit dat door
het niet verstrekken van deze bijdrage de financiële continuïteit van de
vereniging in het gedrang komt. De contributie bedraagt inmiddels al
120,en het aantal leden is niet zo bijster groot. In het verhogen van
de contributie moet de oplossing dan ook niet worden gezocht. De vereniging
bestaat echter al heel lang en vertegenwoordigt daardoor een bepaald
cultureel erfgoed voor Zundert. De fractie van Groen Zundert blijft dan ook
bij haar standpunt dat in dit geval een éénmalige subsidie moet worden
verleend, te meer daar het slechts één vereniging betreft en men dan ook
niet bevreesd hoeft te zijn voor een precedentwerking.
De heer van Aert zegt nog steeds van mening te zijn dat er wel degelijk
sprake is van een precedentwerking. Uit de brieven blijkt immers dat er
geen enkele relatie bestaat tussen de vereniging en de horecahouder
terwijl is aangegeven dat de horecahouder een derde van de stichtingskosten
voor zijn rekening heeft genomen. Aangenomen kan dan ook worden dat er op
een of andere manier sprake moet zijn van een relatie tussen vereniging en
horecahouder. Wanneer het verzoek wordt gehonoreerd zullen zich in de
toekomst ongetwijfeld meerdere verenigingen los gaan koppelen van de
horecahouder en ook een verzoek om subsidie indienen bij de gemeente. Hij
wil nogmaals wijzen op eventuele mogelijkheden om subsidie te verkrijgen in
het kader van de huisvestingskosten. Subsidie in de legeskosten wijst het
CDA echter afHij is het overigens wel met Groen Zundert eens dat de
schietvereniging een groot cultureel erfgoed vertegenwoordigd.
De voorzitter vraagt of het een juiste conclusie is dat het CDA van mening
is dat geen subsidie dient te worden verleend in de legeskosten, maar dat
subsidie in de huisvestingskosten wellicht tot de mogelijkheden behoort.
De heer van Aert zegt dat wanneer andere verenigingen subsidie kunnen
krijgen in de huisvestingskosten een aanvraag van de desbetreffende
schietvereniging om subsidie in de huisvestingskosten door het CDA serieus
zal worden genomen.
De heer Vanlaerhoven merkt op het met de heer Adriaensen eens te zijn dat
een contributie van 120,inderdaad hoog is en dat deze niet extra kan
worden verhoogd. Hij is het echter met de heer van Aert eens dat legesko
sten niet gesubsidieerd dienen te worden en dat wellicht beter een aanvraag
kan worden ingediend om in aanmerking te komen voor subsidie in de huis
vestingskosten
De heer Damen zegt dat het CDA bereid blijkt te zijn een subsidieverzoek om
huisvestingskosten in overweging te nemen. Wanneer de schietvereniging
hiervoor volgens de subsidieverordening in aanmerking komt, behoeft echter
niets te worden overwogen, omdat een en ander is vastgelegd in de
verordening.
De heer Mariinissen vraagt voor alle duidelijkheid of handboogverenigingen
in aanmerking komen voor subsidie in de huisvestingskosten.
De voorzitter antwoordt dat de verordening daar momenteel niet in voorziet,
maar dat het CDA heeft aangegeven bereid te zijn een aanvraag daartoe
serieus in overweging te nemen, omdat ook andere verenigingen in aanmerking
komen voor subsidie in de huisvestingskosten.
De heer Adriaensen stelt dit alles een vreemde gang van zaken te vinden.
Een vereniging die nooit een beroep heeft gedaan op subsidie wordt min of