- 23 -
schietverenigingen zijn betaald door horecahouders
Wethouder Roks zegt dat dit inderdaad het geval is.
De heer Damen merkt op dat de fractie Groen Zundert van mening is dat het
in het nadeel van de vereniging heeft gewerkt dat een oppositiepartij een
initiatiefvoorstel heeft ingediend, omdat dit voor het college een reden
zou zijn negatief te beslissen. Hij vindt dit echter een vreemde redenering
en hij gaat er dan ook vanuit dat het college een dergelijke handelwijze er
niet op na houdt
Wethouder Roks stelt dat de vereniging reeds op de hoogte was van het feit
dat geen uitstel van betaling zou worden verleend voordat het initiatief
voorstel werd ingediend. Het initiatiefvoorstel op zich heeft dus niets te
maken met de besluitvorming binnen het college.
De heer Damen zegt dat de fractie Groen Zundert vervolgens van mening is
dat voor dit specifieke geval een éénmalige subsidie dient te worden
toegekend. De fractie Werknemersbelangen is er echter vanuit gegaan dat
wanneer meerdere verzoeken waren ontvangen deze ook hadden moeten worden
gehonoreerd. Hij heeft inmiddels begrepen dat een dergelijke kwestie bij
andere verenigingen niet aan de orde is. Uit de woorden van het CDA blijkt
dat men instemt met het feit dat verenigingen ondersteund dienen te worden,
maar deze ondersteuning mag echter geen geld kosten. Het CDA wil evenals
het college vasthouden aan de subsidieverordening. Bij het instellen van de
subsidieverordening heeft de fractie van de heer Damen reeds gewaarschuwd
voor het feit dat wanneer de verordening strikt wordt gehanteerd daardoor
de grootste moeilijkheden zullen gaan ontstaan. Ook de fractie Werknemers-
belangen is tegen een adhoc-beleid, maar wanneer daar aanleiding toe is
moet men de moed hebben om van een bepaald beleid af te wijken. Het zou
bovendien best zo kunnen zijn dat de desbetreffende vereniging een bijdrage
heeft ontvangen van de gemeente voor de realisatie van de schietbaan, maar
dat neemt niet weg dat ook in dit geval een éénmalige subsidie dient te
worden toegekend. Geconstateerd kan immers worden dat de vereniging in
financiële moeilijkheden dreigt te komen, te meer omdat ook het ministerie
van WVC haar subsidies aan dergelijke verenigingen zal gaan verminderen of
zelfs afbouwen.
De argumenten van de andere fracties en het college zijn voor de fractie
van de heer Damen geen aanleiding om haar standpunt te herzien, hoewel hij
vreest dat er geen meerderheid voor zal bestaan. Hij verzoekt echter wel om
een stemming.
De heer Adriaensen betreurt het dat de heer Damen slecht geluisterd blijkt
te hebben naar zijn betoog. De heer Adriaensen heeft gezegd dat het
wellicht beter was geweest dat de fractie Werknemersbelangen in overleg was
getreden met schietvereniging 'Eikels worden Eiken'. Op die manier was men
wellicht tot de conclusie gekomen om een ander middel in te zetten.
Vervolgens heeft hij een tweetal manieren aangegeven om binnen de
subsidieverordening naar een oplossing te zoeken. De eerste manier was om
voorlopig af te zien van het opleggen van de legeskosten, in afwachting van
een goede regeling die daarna wordt opgenomen in de subsidieverordening.
Deze regeling zou dan immers ook van toepassing zijn op andere verenigingen
op recreatief en op sportief gebied. In de tweede plaats is door de fractie
Groen Zundert gesteld dat het aannemelijk zou zijn dat de vereniging dit
bedrag niet had voorzien en dat om die reden een éénmalige bijdrage
verstrekt zou kunnen worden. Het CDA stelt dat geen uitzondering gemaakt
kan worden op een subsidieverordening. De heer Adriaensen is het hier mee
eens, maar wanneer voor een van de oplossingen wordt gekozen die hij naar
voren heeft gebracht hoeft ook geen uitzondering te worden gemaakt op de
verordening. Men zou er zelfs voor kunnen kiezen om de invordering op te