- 20 - De voorzitter antwoordt dat het nog steeds een initiatiefvoorstel betreft van de fractie Werknemersbelangen, maar dat het college voorstelt om het voorstel af te wijzen. De heer Damen meent dat dit formeel niet juist is. Voorgesteld wordt immers om het initiatiefvoorstel af te wijzen en dit wordt voorgesteld door het college en niet door de fractie Werknemersbelangen. Het betreft hier dan ook wel degelijk een voorstel van het college. Hij vervolgt door te zeggen dat zijn fractie een initiatiefvoorstel heeft ingediend om sportverenigingen, met name schietverenigingen, éénmalig te subsidiëren in de kosten voor een hinderwetsvergunning. Het college noemt een aantal argumenten om deze subsidie niet te verlenen. De fractie van de heer Damen is echter van mening dat het gemeentebestuur een belangrijke taak heeft ten aanzien van het verenigingsleven. Er zijn in Zundert immers maar liefst 110 verenigingen. De gemeente dient dit verenigingsleven te steunen en deze ondersteuning dient meer in te houden dan het beschikbaar stellen en het uitreiken van bekers bij tournooien. De ondersteuning moet dan ook een meer concretere vorm aannemen. Middels het verlenen van subsidie is dit dan ook gelukkig het geval. Omtrent de vraag of de subsidiebedragen hoog genoeg zijn is het standpunt van zijn fractie bekend. Hij zal daar op dit moment dan ook niet verder op ingaan. Naast deze struc turele subsidies verleent de gemeente Zundert in sommige gevallen ook een incidentele subsidie, zoals b.v. voor het organiseren van de biljartwed strijden om de Europese Titel. In het verlengde hiervan is de fractie Werknemersbelangen van mening dat wanneer een vereniging voor hoge kosten komt te staan in verband met een hinderwetvergunning de gemeente ook in dat geval financiële steun verleent. Het college is het daar echter niet mee eensGesteld wordt dat een en ander kan worden gekoppeld aan de aanvraag voor een hinderwetvergunning van het horecabedrijf waar deze schietwed strijden in de meeste gevallen plaatsvinden. Dit zou dan echter moeten gebeuren op het moment dat het horecabedrijf een nieuwe hinderwetvergunning aanvraagt. Wanneer een bestaande hinderwetvergunning moet worden aangepast omdat een schietvereniging hinderwetplichtig wordt leidt dat eveneens tot tussentijdse legeskosten, welke of door de horecahouder of door de vereniging moeten worden betaald. Bovendien is de desbetreffende schiet vereniging niet aan een horecabedrijf verbonden. De vereniging huurt een stuk grond en heeft daar een eigen recht van opstal op. Zij zijn daardoor dan ook zelf hinderwetplichtig. Dit alles zijn voor de fractie van de heer Damen argumenten om wel tot subsidiëring over te gaan. Het zou jammer zijn als verenigingen om dergelijke redenen hun activiteiten zouden moeten staken. Wanneer het bedrag door de leden moet worden opgebracht zal dat wellicht een te grote aanslag op de leden zijn, zeker gezien het feit dat de vereniging voornamelijk bestaat uit jeugdleden. Daar komt nog bij dat deze vereniging tot nu toe zelden of nooit om financiële bijdragen heeft verzocht. Hij wil de schietvereniging daarbij niet vergelijken met andere sportverenigingen, maar het is natuurlijk wel opvallend dat een vereniging die nooit een beroep doet op gemeenschapsgeld ook in dergelijke gevallen niet kan worden geholpen. Dit is echter een van de gevolgen van het verschil van inzicht tussen het college en een raadsfractie. Hij doet dan ook een beroep op de overige raadsleden om het initiatiefvoorstel van zijn fractie te ondersteunen, te meer daar WVC voornemens is landelijke bonden met minder dan 2.500 leden niet langer meer te subsidiëren, hetgeen tot gevolg heeft dat een dergelijke sportvereniging de komende jaren met hogere kosten geconfronteerd zal worden. Redenen te meer om tot subsidieverlening over te gaan. De heer Adriaensen zegt dat er in feite een tweetal zaken spelen. De eerste zaak betreft het initiatiefvoorstel van de fractie Werknemersbelangen

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1994 | | pagina 54