- 13 - een sterk apparaat met een goed bestuur. De fractie Werknemersbelangen is van mening dat er te weinig democratische controle is op het beleid van het bestuur. Niet vergeten mag echter worden dat er ook een raad van commis sarissen is, welke wordt samengesteld volgens een open-procedure. De heer v.d. Broek zegt een vraag te hebben omtrent het bestuur. De voorzitter en een aantal bestuursleden worden in functie gekozen. Wanneer na verloop van tijd de gemeente Rijsbergen of andere gemeenten zich bij de woningbouw- stichting wensen aan te sluiten wordt het aantal bestuurszetels en het aantal commissarissen dan uitgebreid of wordt een en ander overgelaten aan het bestuur van de stichting? Met betrekking tot de aankoop van het gebouw van DJA is het CDA van mening dat men met het oog op toekomstige ontwikke lingen moet waken voor al te grote investeringen. De woningbouwstichting zal echter toch gehuisvest moeten worden en de jaarlijkse lasten voor het DJA-gebouw zijn dan ook niet echt hoog te noemen. Tot slot zegt de heer v.d. Broek dat er een enorme druk zal komen op de huurprijzen voor de woningen. De gemeenteraad kan op dit moment nog wel bepalen welke woningen wel en welke niet verkocht mogen worden, maar zijn fractie is van mening dat dergelijke zaken dienen te worden overgelaten aan het bestuur van de stichting. Dit uiteraard in overleg met het college. De heer Verheijen zegt dat omtrent dit voorstel uitgebreid is gesproken in de vergadering van de commissie Algemeen Bestuur van 17 februari jl. Op 18 februari heeft het college een brief verstuurd waarin is aangegeven dat een aantal zaken die in de commissie naar voren zijn gebracht in het raadsvoor stel zullen worden meegenomen. Het volkshuisvestingsbeleid bijvoorbeeld is inderdaad een taak voor de gemeente, omdat dit een grondrecht is. Dat hieromtrent overleg wordt gevoerd tussen stichting en gemeente is uiteraard een goede zaak. De fractie Groen Zundert is van mening dat de huurders in de gelegenheid moeten worden gesteld het beleid van de woningbouwstichting te kunnen volgen. De vergaderingen van de stichting dienen dan ook openbaar te zijn. De heer Verheijen is het met de heer Marijnissen eens dat het beter was geweest wanneer de huurders in een eerder stadium geïnformeerd waren geweest. In een brief die de gemeente gaat versturen aan de huurders om hen op de hoogte te brengen van de ontwikkelingen dient de huurders tevens gevraagd te worden of zij belangstelling hebben zitting te nemen in de raad van toezicht. De fractie van de heer Verheijen is het met de heer Arnouts eens dat de woningtoewijzing het best gedaan kan worden door de commissie Sociale Zorg en Woningtoewijzing. Een en ander functioneert immers naar genoegen. Daarnaast vinden veel mensen het logisch dat men zich voor woonruimte tot de gemeente moet wenden. Met betrekking tot de verkoop van woningen is de heer Verheijen van mening dat daarover een fundamentele discussie dient te worden gevoerd, omdat gebleken is dat een aantal fracties wijziging wenst in de momenteel geldende afspraken. Uitgangspunt daarbij moet echter zijn dat het woningbestand op een goed niveau dient te worden gehouden en dat gezien de wachtlijsten het aantal woningen zeker niet mag afnemen. Het aantal woningen zou beter zelfs nog wat kunnen toenemen. Eerder in deze vergadering heeft de voorzitter reeds gesproken over het deelnemen van andere gemeenten in de stichtingHij vraagt of de voorzitter daaromtrent iets meer kan vertellen. Tenslotte zegt de heer Verheijen dat zijn fractie instemt met het voorstel van het college. De voorzitter antwoordt dat de gemeente Zundert er in is geslaagd een goed woningbouwbedrijf op te bouwen. De overdracht van het woningbouwbedrijf gebeurd dan ook niet alleen omdat het college dat wenst, maar omdat het van bovenaf wordt opgelegd. Het is dan ook in het belang van de gemeente om ervoor te zorgen dat er voor 1 oktober a.s. een erkende woningstichting is. Andere woningstichtingen hebben immers weten te bewerkstelligen dat zij dan mogen gaan werken op het grondgebied van de gemeente Zundert. Wanneer de

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1994 | | pagina 47