-59- De voorzitter zal de oplossing die de stedebouwkundige en de verkeers- deskundige aandragen, bespreken in de commissie ROM. Men kan de burger in al zijn bevoegdheden niet laten beslissen. Bij voorbaat kan niet gezegd worden dat de oplossing die de verkeersdeskundige en de stedebouwkundige aandragen wordt goedgekeurd door de bevolking. Zij worden er natuurlijk wel bij betrokken. Het wordt dan niet alleen besproken in de commissie maar ook in de raad. Zij hebben uiteindelijk de verantwoordelijkheid hoe een en ander er uit komt te zien. De voorzitter vindt de volkshuisvesting een interessant onderwerp. Hij is blij dat hij nu eindelijk van iemand in de raad gelijk krijgt. Planologi sche vaststellingen moeten het uitgangspunt zijn voor het volkshuisve stingsbeleid en niet de juridische richtgetallen. Het college vindt de behoefte van de mensen uit Zundert erg belangrijk. De visie van het college is niet anders dan de visie die men in 1988 had. Destijds heeft de raad unaniem een volkshuisvestingsnota aangenomen. In deze nota staat dat er tot het jaar 2000, 1000 woningen moeten worden gebouwd. Tot en met het jaar 1994, moeten er 660 gebouwd zijn. Op dit moment heeft men 661 woningen gebouwd. Wanneer men uitgaat van het besluit van de raad heeft men sinds 1988 1 woning teveel gebouwd. De raad verwacht van het college dat de besluiten die de raad neemt worden nageleefd. In de eigen nota staat dat er de volgende jaren, tot en met het jaar 2000, 56 woningen gebouwd gaan worden. Men komt dan uit op 336 woningen. De komende 4 jaar moeten er 224 woningen worden gebouwd. Men voldoet dan aan de eigen volkshuisves tingsnota. De voorzitter geeft de garantie dat het college in goedgekeurde bestemmingsplannen bouwlokaties heeft om dit waar te maken. Tijdens een commissievergadering zal hij dit laten zien. Na 1998 zal men opnieuw in goedgekeurde bestemmingsplannen over bouwlokaties kunnen beschikken. Daarvoor zal het vervolg worden aangeboden. Hier zit niet het probleem. Wanneer men al deze lokaties pakt krijgt men in Zundert een verschuiving van de woningbouw zoals men die in Zundert wenst naar meer huurwoningen. Iedere woningzoekende koopt een perceel en bouwt daar zijn eigen woning. Het aantal huurwoningen wat gebouwd moet worden is het aantal wat de raad zelf heeft gewenst en vastgesteld. In eerste instantie is er gehandeld naar de prognose van de provincie. Men wordt nu geconfronteerd met richtgetal len. Binnen een aantal jaren is er van dit beleid niet veel meer over. Het beleid vertoont nu al scheuren en niemand snapt er nog iets van. Aan de ene kant moet er op het platteland meer gebouwd worden, terwijl men anderzijds stelt dat Zundert teveel woningen bouwt. De voorzitter betreurt het dat het de leden van gedeputeerde staten meer aangelegen is om zijn gram te halen bij de gemeente Zundert, dan om zich druk te maken over het huisvestingsbe- lang van de jonge mensen. Men moet er gezamenlijk voor zorgen dat het woningtekort in Brabant zo snel mogelijk opgelost wordt. Wanneer men goedgekeurde bestemmingsplannen heeft waarin gebouwd mag worden, kan dit niet eens tegengehouden worden. Dit kwam ook zeer sterk naar voren in de advisering van de deskundige met betrekking tot het eerdere plan Hofdreef aan de kroon. Over een aantal jaren zal waarschijnlijk blijken dat er van het beleid niets meer over is en dat de gemeente Zundert slechts zijn tijd vooruit was. De voorzitter heeft het aangedurfd om het beleid met voeten te treden omdat hij van mening is dat het juridisch niet deugt. De zwakke plekken in het beleid zijn aangetoond en nu is Zundert ineens de boos doener. Wanneer de raad achter de eigen nota staat dan staat men ook achter het volkshuisvestingsbeleid van het college. De voorzitter is inderdaad van mening dat wanneer men niet voorzichtig is, men te eenzijdig gaat bouwen. Er vindt toch een verschuiving plaats in de richting van de verhuurwoning. Dit zou kunnen betekenen dat nu jongeren meer aan bod komen.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1994 | | pagina 305