-10-
ders is het college nog niet bereid een besluit te nemen. In het antwoord
is naar de wet verwezen. Tevens wordt in het antwoord aangegeven dat er een
aantal besluiten via de inforubriek worden gepubliceerd. Hij zegt namens
het college toe dat men bereid is om te zien hoe men de notulering van
burgemeester en wethouders bij voorbaat kan scheiden. Geen enkel besluit
wat betrekking heeft op het belang van een bedrijf of privé-persoon wordt
openbaar. Het kan openbaar worden gemaakt na overleg met het bedrijf of de
privé-persoon. Samen met de secretaris bekijkt hij nu of een notulering van
1 bladzijde gesplitst kan worden in 2 bladzijden. Eén bladzijde kan dan
toegestuurd worden aan de raadsleden terwijl de andere bladzijde privé
blijft. De voorzitter weet bijna zeker dat hij spreekt namens het college.
Tevens geeft hij aan dat de wet het college niet verplicht dus wat dat
betreft is het antwoord juist en niet in tegenspraak.
De voorzitter bekent dat hij niet helemaal op de hoogte is van de komst van
de nieuwe telefooncentrale. Wanneer het modern is zullen er zeker doorkie—
snummers komen
Dhr. Haest geeft aan dat het niet om het moderne aspect gaat maar veel meer
om de klantvriendelijkheid die met doorkiesnummers wordt bevorderd.
De voorzitter geeft aan dat hij achter deze benadering staat.
De voorzitter geeft aan dat wethouder v.d. Kloot vele dagdelen afwezig is
in verband met bezigheden omtrent het stadsgewest, het streekgewestde
inspraakronde en de RVC. Voorts moet men zich voor kunnen stellen dat de
voorzitter zelf langzaam aan het afbouwen is. Het aanstellen van een
waarnemend burgemeester gebeurt door de commissaris van de koningin. Het
bedrag van Hfl. 1.200.000,is geraamd op basis van de m3uitgevoerd in
een skelet van hout. Alles is doorberekend. De verdieping kan en mag
geplaatst worden. Er moet hier en daar alleen versterking worden aange
bracht. Dit bedrag wordt betaald uit de desintegratiekosten. De eerste 5
jaar is er sprake van Hfl. 950.000, Daarna krijgt men structureel een
bedrag van Hfl. 500.000,Wanneer men de kapitaalslasten van Hfl.
1.200.000,neemt komt men tot de conclusie dat men de verdieping kan
bekostigen. Men houdt van de desintegratiekosten nog een enorm bedrag over.
Dhr. Verheijen merkt op dat geld hem altijd interesseert. Hij vraagt zich
echter af wat de commissie Welstand vindt van een dergelijk skelet van
hout.
De voorzitter attendeert dhr. Verheijen erop dat dit allemaal al is
uitgezocht. Het is overigens niet nieuw. Wellicht wel voor dhr. Verheijen
omdat hij in het verleden niet in de raad zat. Er is al veel eerder sprake
geweest van vergroting van het gemeentehuis door middel van een extra
verdieping vervaardigd uit een skelet van hout. Dit heeft bij de commissie
Welstand niet tot bezwaren geleid.
Dhr. Verheijen merkt op dat het dan wel om een zeer ouderwets plan gaat.
De voorzitter meldt dat hij de gegevens ook heeft vernomen uit een dossier.
Dhr. Damen constateert een tegenspraak tussen het beleid wat dhr. Verheijen
naar voren heeft gebracht en hetgeen hij wil bereiken met het concrete
voorstel. Eerst vertelt hij dat hij bij alle voorstellen betrokken wil
worden. Voorts wil hij weten of het voorstel de commissie Welstand reeds is
gepasseerd. Hij vindt dit allerminst redelijk.
Dhr. Verheijen is van mening dat dhr. Damen voor zijn beurt praat. Zijn
fractie heeft gevraagd om bij grote projecten er vanaf het begin bij
betrokken te worden.
De voorzitter geeft aan dat dit ook gebeurt. Men is slechts bezig met de
voorbereiding van het plan. De doorberekening van de druk op het gebouw
moet echter van te voren gebeuren.
De voorzitter meldt dat men bij het aantrekken van een deskundig bureau