- 2 -
De voorzitter zegt toe dat de notulen overeenkomstig de gemaakte opmerkin
gen zal worden aangepast. Voor wat de vraag van de heer V.d. Broek betre
antwoordt de voorzitter dat voor zover hij weet de fractie Werknemersbelan-
gen nog niemand heeft voorgedragen voor de commissie Begroting en
Financiën.
De heer Adriaensen zegt dat er een besluit is genomen met betrekking tot de
advisering van de agrarische bouwaanvragen. Het besluit van de raad zou
worden voorgelegd aan de Tilburgse commissie. Wanneer het besluit niet door
de Tilburgse commissie zou worden geaccepteerd zou een en ander in de
raadsvergadering opnieuw aan de orde worden gesteld. Gezien het feit dat de
zaak niet op de agenda staat, gaat de fractie Groen Zundert er vanuit dat
de kwestie overeenkomstig de wens van de raad is geregeld.
Dg voorzitter antwoordt dat het nog niet duidelijk is of de Tilbugse
commissie bereid is slechts een bepaald gedeelte van de aanvragen te
behandelen. In het verleden hebben zij laten weten hiervoor geen belang
stelling te hebben. Zodra er echter duidelijkheid bestaat over e
standpunt van deze commissie zal de voorzitter hierop terugkomen.
Wethouder C. Verheijen geeft aan dat in de vorige vergadering is gesproken
over het noodlokaal ten behoeve van de St. AntoniusschoolOp pagina 19 van
de notulen staat dat in de vergadering van augustus 1994 waarschijnlijk
meer duidelijkheid zou kunnen worden verschaft omtrent de realisatie van
twee lokalen, conform de wens van de raad. Voor zover nu bekend, bedraagt
het benodigde bedrag hiervoor 140.000,-. Hij vraagt of de raad instemt
met voortzetting van de plannen. Het is de bedoeling dat de twee lokalen m
de herfstvakantie zullen worden geplaatst.
2Ingekomen stukken
1. Van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant besluiten inzake i
B. Diverse onderwerpen
De heer Adriaensen geeft aan dat de onderwerpen 1 t/m 7 handelen over
dezelfde zaak, te weten de zogenoemde artikel 19 WRO aanvragen. De raad
heeft voor de bouwwerken in het buitengebied een voorbereidingsbesluit
genomen. Conform de wet betekent dit volgens de heer Adriaensen dat
gedurende de looptijd van het voorbereidingsbesluit alle bouwaanvragen
terzijde moeten worden gelegd. Hij vraagt zich af waarom deze wettelij e
regeling wordt doorbroken. Tevens is hij bang dat de belangenafweging in
het geding komt. Er komt namelijk een nieuw bestemmingsplan voor het
buitengebied, er worden een aantal zaken geregeld en wanneer men maar
doorgaat met het afgeven van bouwvergunningen bestaat de mogelijkheid a
men hiermee in de fout kan gaan. Bovendien merkt hij op dat de kans groot
is dat er een fout in de inventarisatie sluipt. Die inventarisatie is erg
belangrijk met het oog op claims op het overgangsrecht wanneer die eenmaal
is vastgesteld. Zijn fractie kan deze handelswijze niet goed volgen.
De voorzitter merkt op dat dit samenhangt met de manier waarop een en ander
wordt benaderd. Hij geeft aan dat het niet alleen gaat om artike
gevallen, maar ook om artikel 50 WRO gevallen. Dit wil zeggen dat di
plannen zijn die noch in strijd zijn met het vigerende plan, noch in strijd
met het toekomstige plan. Deze plannen worden doorgestuurd naar Gedeputeer
de Staten en hiervoor worden meestal op korte termijn verklaringen van geen
bezwaar ex. artikel 50 WRO afgegeven.