27 per 1 januari 1997 alle subsidies voor de woningbouw te vervallen. Alle woningbedrijven die ter overname worden aangeboden, Baarle-Nassau, Chaam, Alphen e.d., stellen als voorwaarde dat zij de bedrijfsreserves niet mee overdragen. De voorzitter heeft dan ook tegen de directeur gezegd alle voorzichtigheid te betrachten. Het is immers beter een woningcorporatie te hebben van b.v. 1.000 woningen met een reserve van b.v. 9 miljoen, dan het ten koste van alles groot worden door het overnemen van woningbedrijven die in feite eerst zijn 'kaalgeplukt' voordat zij werden overgedragen. Wanneer men dus op deze markt opereert, moet er naar de toekomst worden gekeken om zodoende te bezien of er ook na 1 januari 1997 in de onrendabele sector nog woningen kunnen worden gebouwd. Wanneer het woningbedrijf van de gemeente Rijsbergen zich met behoud van de bedrijfsreserves aansluit bij de woonstichting Woonservice zullen deze woningen inderdaad ook in de toekomst nog kunnen worden gebouwd. Men moet dan ook voorzichtig zijn door de veronderstellen dat de woningstichting verkeerd zou manoeuvreren. In feite is er een voorzichtig beleid gevoerd, door een bod te doen en daarbij valt op te merken dat dit een uiterste bod is en dat de prijs derhalve niet zal worden verhoogd. De heer Haest merkt op het een goede zaak te vinden dat een voorzichtig beleid wordt gevoerd. Een beleid voeren op basis van bestaande liquide middelen is echter maar een betrekkelijk beleid, omdat een beleid ook gevoerd dient te worden op basis van te verwachten rendementsontwikkelin gen. De voorzitter antwoordt dat de heer Haest daar weliswaar gelijk in heeft, maar dat men het van de rendementen alleen niet moet hebben. De heer Haest geeft aan dat het hem gaat om het beeld dat de stichting van zichzelf creëert. Het staat immers in de krant. Nu is het een bekend feit dat niet alles geloofd moet worden wat in de krant staat, maar een negatief beeld kan een ongewenste uitwerking hebben. De voorzitter antwoordt dat men over het algemeen vluchtig is in zijn oordeel en dat men vandaag reeds is vergeten wat gisteren in de krant stond. Er hebben immers wel meerdere zaken van de gemeente Zundert en haar bestuur in de krant gestaan waar een dag later niemand meer over spreekt. Het gaat de voorzitter dan ook om het resultaat en niet om het image. De heer A. Verheiien zegt dat in de krant een bericht stond met betrekking tot het bestrijden van onkruid op lokaties in de gemeente Zundert. Naar de mening van Groen Zundert zijn er afspraken gemaakt om dit op bepaalde plaatsen niet te doen. Hij zou dan ook graag inzage hebben met betrekking tot het bestrijdingsmiddel dat is gebruikt, de hoeveelheid die is gebruikt, de reden waarom het wordt gebruikt en op welke lokaties het is gebruikt. De heer Verheijen zou het op prijs stellen als hieromtrent op korte termijn duidelijkheid wordt verschaft, zodat zijn fractie hier in de eerstvolgende vergadering van de commissie ROM op terug kan komen. De voorzitter zegt toe de vragen van de heer A. Verheijen zo spoedig mogelijk te beantwoorden. Mocht dit niet lukken, dan zal hiervan mededeling worden gedaan in de commissie ROM. De heer A. Verheiien merkt op dat het dit jaar 50 jaar is geleden dat Zuid- Nederland is bevrijd. Dit geldt derhalve ook voor de gemeente Zundert. Van andere gemeenten heeft hij vernomen dat er allerlei activiteiten zullen worden georganiseerd om dit feit te vieren. Hij heeft echter nog niets van de plannen van de gemeente Zundert mogen vernemen. Zeker met het oog op de opvoeding van kinderen is het van groot belang dat aan deze gebeurtenis aandacht wordt geschonken. Wethouder C. Verheiien antwoordt deze kwestie ook binnen het college aan de

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1994 | | pagina 148