8
korte termijn naar een passende oplossing moeten worden gezocht. Nu bekend
is dat de woningstichting niet zal worden gehuisvest in het gebouw op het
DJA-terrein, vraagt zijn fractie zich af of het mogelijk is om de scouting
in dit gebouw onder te brengen. Bezien zou moeten worden of slechts een
gedeelte van het gebouw aan deze instelling beschikbaar kan worden gesteld,
of dat het wellicht beter is het gehele gebouw toe te wijzen aan de
scouting-Zundert
Voorts wijst de heer Marijnissen op het feit dat er in het verleden
bepaalde toezeggingen zijn gedaan aan Scouting-Zundert, hetgeen overigens
ook is vermeld in de brief van het college.
Tot slot zegt de heer Marijnissen dat op korte termijn in overleg moet
worden getreden met de instelling, zodat snel voor een goede oplossing kan
worden gekozen, zodat de scouting voor de komende winter in een goed gebouw
is gehuisvest.
Wethouder C. Verheijen antwoordt dat rekening zal worden gehouden met de
wens van de gemeenteraad voor een betere huisvesting van scouting-Zundert.
Hiervoor zullen echter wel middelen beschikbaar moeten worden gesteld in de
begroting voor het jaar 1995. Ten aanzien van het overleg met de instelling
antwoordt hij dat reeds een overleg is gepland in de tweede week van juni.
De heer Marijnissen merkt op blij te zijn met de toezegging dat aan de zaak
gewerkt wordt, hij zou echter graag zien dat er voor de winter een
oplossing zal worden gevonden.
XXI Brief van de heer M. Mouws te Zundert met betrekking tot het beleid
verkoop woningwetwoningen.
De heer Mariinissen zegt dat hier het beleid aan de orde is ten aanzien van
de verkoop van de wat oudere woningwetwoningen. De brief komt er in feite
op neer dat de heer Mouws verzoekt om alsnog in aanmerking te komen zijn
woning te kopen.
De voorzitter antwoordt dat de heer Mouws in zijn brief aangeeft in te
kunnen stemmen met de beslissing van het college, omdat zijn verzoek op
dezelfde manier is behandeld als andere verzoeken.
3Mededelingen
De heer V.d. Broek maakt van de gelegenheid gebruik om de medewerkers van
de gemeente Zundert die gaan werken bij de woningstichting hartelijk te
danken voor hun inzet. In het bijzonder noemt hij de heer Pooyé, die mede
verantwoordelijk is voor de financieel gunstige positie waarin de gemeente
Zundert thans verkeert.
De heer Marijnissen zegt een vraag te hebben met betrekking tot de
invulling van de sector Maatschappelijke zorg. Onlangs zijn op deze sector
een aantal nieuwe medewerkers benoemd. Hij vraagt in hoeverre bij de
benoemingen rekening is gehouden met de samenvoeging met Rijsbergen.
Daarnaast vraagt hij naar de verwachtingen met betrekking tot benoemingen
op andere sectoren.
De voorzitter antwoordt dat bij de benoemingen van de bedoelde medewerkers
volledig rekening is gehouden met de samenvoeging van de gemeente
Rijsbergen en Zundert. De medewerkers van de gemeente Rijsbergen zijn dan
ook uitgenodigd om te solliciteren. Er bleken echter geen kandidaten
aanwezig in de gemeente Rijsbergen. Dit was overigens ook de reden dat de