4 De heer A. Verheijen zegt weliswaar kennis te hebben genomen van de toewijzing aan de pachter. Tevens was daarbij een ambtelijk advies gevoegd om ook de mensen die niet in aanmerking kwamen daarvan schriftelijk op de hoogte te brengen. Deze brief heeft hij echter niet kunnen vinden. Hij neemt echter aan dat een en ander wel is gebeurd. De voorzitter antwoordt dat dit inderdaad is uitgevoerd. Hij zegt toe dat deze brief zal worden toegevoegd aan de ingekomen stukken voor de volgende raadsvergadering VI Van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: a) mededeling inwerkingtreding per 1 januari 1994 van de rechtspo sitiebesluiten wethouders en raads- en commissieleden; b) informatie over de mogelijkheden van de Koninklijke Nederlandse Bond tot het Redden van Drenkelingen (KNBRD). De heer Marijnissen merkt op het verslag te hebben gelezen van de bestuursvergadering van het WVS van 21 maart jl. In deze vergadering hebben de diverse gemeenten hun zienswijze medegedeeld ten aanzien van het terug te betalen bedrag aan de rijksoverheid. Met betrekking tot de besteding van deze middelen is in het verslag aangegeven dat binnen 8 maanden naar een passende bestemming moet worden gezocht. Toen deze kwestie aan de orde is geweest in de gemeenteraad van Zundert heeft de fractie Werknemersbelangen ervoor gepleit dat er middelen aangewend dienen te worden voor de realisatie van b.v. een werkplaats of iets dergelijks in de gemeente Zundert. Uit het verslag blijkt niet dat de vertegenwoordiger van de gemeente Zundert deze zienswijze binnen het bestuur naar voren heeft gebracht. Hij vraagt het college daarom nogmaals om de wens van zijn fractie over te nemen en deze tijdens de eerstvolgende vergadering van het WVS naar voren te brengen. Het verzoek zou uiteraard ook tijdens besprekin gen met de directie van het WVS ter sprake kunnen worden gebracht. Gezien de grote investeringen die op andere plaatsen zijn gedaan, lijkt het de fractie van de heer Marijnissen reëel dat ook in de gemeente Zundert een gebouw wordt gerealiseerd ten behoeve van de medewerkers van het WVS in de gemeente Zundert. De voorzitter antwoordt dat een en ander op schrift is gesteld en namens het college van de gemeente Zundert is toegestuurd aan het WVSEen goed gemotiveerd schriftelijk verzoek heeft immers vaak meer resultaat dan een mondelinge vraag tijdens een vergadering. Wethouder C. Verheijen zegt dat het WVS heeft geantwoord dat het bestuur van het WVS een bestedingsvoorstel zal gaan vaststellen. Vooralsnog is het bestuur echter niet bereid om aan iedere gemeente afzonderlijk deel- investeringen voor te leggen. De wens van de fractie Werknemersbelangen is dus wel degelijk ter kennis gebracht bij het bestuur en de directie van het WVS. Wethouder C. Verheijen merkt daarbij op best bereid te zijn een en ander in de eerstvolgende bestuursvergadering van het WVS nogmaals aan de orde te stellen. Het zou natuurlijk beter zijn als men een concreet voorstel zou hebben omtrent het soort gebouw en de lokatie. Wanneer de heer Marijnissen dergelijke ideeën mocht hebben dan zou hij ze gaarne vernemen. De voorzitter merkt op dat tijdens de aanleg van de assortimentstuin het college van Zundert reeds een concreet verzoek heeft ingediend om een goede voorziening te realiseren voor de aldaar werkende medewerkers van het WVS. Dit gebouw zou eveneens een bepaalde functie kunnen hebben voor andere medewerkers van het WVS binnen de gemeente Zundert. Van de directeur heeft hij vernomen dat een dergelijk plan niet tot de mogelijkheden behoort. Hierbij moet echter wel worden opgemerkt dat dit idee er wel van uitging dat het gebouw ook voor andere bestemmingen zou

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1994 | | pagina 125