- 5 -
de punten waarover verschil van mening bestond detailkwesties te zijn. Er
diende echter nog een gespreksronde te volgen. In deze ronde zou het niet
langer gaan over het programma, maar over de vraag welke partijen een
wethouderszetel zouden gaan bezetten. Met name de uitspraak van Agrarisch
Belang dat een goed bestemmingsplan voor het buitengebied slechts
gerealiseerd zou kunnen worden door een college waarin ook Groen Zundert
zou zijn vertegenwoordigd was voor Groen Zundert verrassend, hoewel zij
uiteraard dezelfde mening is toegedaan. Wellicht zal de WD van deze
uitspraak zijn geschrokken, omdat de mogelijkheid van de WD om een
wethouder te leveren daardoor werd aangetast. In de tussentijd werd nog een
hengel uitgegooid, waaraan het aas echter bleek te ontbreken. Groen Zundert
zou het voorzitterschap van de commissie Algemeen Bestuur kunnen gaan
bekleden en zij zou één van de vertegenwoordigers mogen leveren voor de
Gewestraad. Een en ander werd nog versterkt middels een gesprek tussen de
voorzitter van de gemeenteraad en Groen Zundert door aan Groen zundert
bepaalde faciliteiten toe te zeggen, indien zij bereid zou zijn deze posten
op haar te nemen. Dit alles was een gevolg van de door Groen Zundert
gestelde randvoorwaarden om op die basis deel te nemen aan een coalitie
zonder daarin een wethouderszetel te bekleden. Kennelijk wilden met name
het CDA en Agrarisch Belang bijzonder graag een samenwerkingsverband met
Groen Zundert aangaan. De WD echter was daarin wat kritischer, uitgaande
van het feit dat haar wethouderszetel daardoor in gevaar zou kunnen komen.
De vergadering van 29 maart diende tot duidelijkheid te leiden. Ongeveer
een half uur voor de aanvang van de vergadering werd Groen Zundert gebeld
met de mededeling dat de wethoudersposten waren ingevuld, maar er zouden
een aantal zaken beschikbaar worden gesteld aan Groen Zundert. De delegatie
van Groen Zundert heeft, mede uit het oogpunt van beleefdheid, besloten om
de vergadering bij te wonen, hoewel de delegatie beduidend kleiner was dan
aanvankelijk de bedoeling was. In plaats van met 5 personen deel te nemen
aan het gesprek zijn er slechts een tweetal afgevaardigden gegaan.
Aangeboden werden het voorzitterschap van de bezwarencommissie, een soort
commissie Algemeen Bestuur die de hoorzittingen in het kader van
bezwaarschriften gaat leiden. Voorts zou Groen Zundert een van de
afgevaardigden aan de Gewestraad mogen leveren en er werd een lidmaatschap
in het vooruitzicht gesteld van de commissie Agrarische Bouwaanvragen
Daarnaast zou Groen Zundert het voorzitterschap van de coalitie krijgen
toebedeeld. In feite betrof het dus een constructie waarin de fraktie Groen
Zundert een wethouder zou leveren zonder portefeuille. Met betrekking tot
het voorzitterschap van de commissie Algemeen Bestuur voor wat de
behandeling van bezwaarschriften betreft zegt de heer A. Verheijen dat in
eerste instantie het voorzitterschap van de commissie Algemeen Bestuur werd
aangeboden. Dit laatste leek Groen Zundert erg aantrekkelijk, in tegenstel
ling tot de afhandeling van de bezwaren. In feite zouden de besluiten van
het college verdedigd moeten worden, terwijl zij bij de beleidsvorming die
aan deze besluiten vooraf gaan nauwelijks betrokken zijn geweest. Kennelijk
wilde men Groen Zundert gebruiken als een soort afscherming van de
besluiten die door het college genomen zijn. Groen Zundert wenst hier
echter niet op in te gaan. Het aanbod om zitting te nemen in de commissie
Agrarische Bouwaanvragen heeft Groen Zundert als een belediging aangemerkt.
Het is immers bij iedereen bekend dat juist deze partij er altijd voor
heeft gepleit deze commissie op te heffen om een en ander te laten regelen
door de zgn. Tilburgse Commissie. Groen Zundert is dan ook niet toegetreden
tot deze commissie, met als resultaat dat de commissie Agrarische
Bouwaanvragen in de toekomst geen raadsleden meer in haar midden zal
hebben. De heer Adriaensen zal daarop later nog ingaan.
Ten aanzien van het voorzitterschap van de coalitie zegt de heer A.