- 3 - onderhandelen met de fracties Groen Zundert en WerknemersbelangenHet viel daarbij op dat de WD liet merken een samenwerking met de fractie Groen Zundert niet te zien zitten. De fractie Agrarisch Belang bleek daarentegen iedere samenwerking met de fractie Werknemersbelangen af te wijzen. De weigering om samen te werken met de fractie Werknemersbelangen was echter niet gebaseerd op de verkiezingsprogramma's. Hierdoor werd tijdens de eerste bijeenkomst duidelijk op wat voor manier de komende onderhandelingen zouden gaan verlopen. Zonder onderling beraad hadden de 3 coalitiepartijen van de vorige raadsperiode besloten met elkaar verder te praten over een voortzetting van de coalitie. Dit is op zijn minst merkwaardig en wellicht zelfs ongeloofwaardig te noemen. De fractie van het CDA heeft bij de verkiezingen 1 zetel verloren en de fractie Werknemersbelangen heeft 1 zetel gewonnen. Gesteld kan dan ook worden dat deze laatste partij de winnaar is geworden van de gemeenteraadsverkiezingen. De inzet van de fractie Werknemersbelangen was dan ook om vanuit haar fractie een wethouder te benoemen en om een collegeprogramma te voeren waaraan het beleid van het voormalige college ten grondslag zou liggen. Dit laatste uiteraard met aanpassingen in de richting van de wensen van Werknemersbelangen. Naar de mening van de heer Damen was dat dan ook een meer dan loyale opstelling. Een en ander heeft geleid tot een tweede bijeenkomst tussen de coalitiepar tijen en de partij van de heer Damen. In deze bijeenkomst bleek dan ook een grote mate van overeenstemming te bestaan over het te voeren beleid in de komende raadsperiode. Dit bleek ondermeer uit het feit dat een ver tegenwoordiger van het CDA in de pers sprak van een zeer positief gesprek. De verbazing was dan ook groot toen werd vernomen dat de coalitiepartijen kenbaar maakten op dezelfde voet met elkaar verder te willen gaan, te meer daar er niet één inhoudelijk argument bestond om de fractie Werknemersbelangen af te wijzen. Er is dus gewoonweg naar een reden gezocht om de fractie van de heer Damen af te wijzen en de reden die daarvoor werd opgegeven was het gebrek aan vertrouwen en een te negatieve, kritische opstelling. De heer Damen vraagt zich echter af of de coalitiepartijen zich realiseren dat zij zelf juist datgene doen wat zij zijn fractie verwijten. Hij is er echter van overtuigd dat dit niet de ware reden is om de fractie Werknemersbelangen af te wijzen. De ware reden is de drang naar macht en wethouderszetels. Het meest komt dit alles tot uiting in de opstelling van Agrarisch Belang dat bovendien de kleinste coalitiepartij is. Steeds als in de onderhandelingen bleek dat de fractie Werknemersbelangen acceptabel zou zijn als coalitiepartij en als coalitiepartner werd ingegrepen door de lijsttrekker van Agrarisch Belang. Met tendentieuze opmerkingen, ook in de persoonlijke sfeer, kreeg hij het CDA weer op het voor hem juiste spoor, met als gevolg dat daardoor zijn wethouderszetel werd veilig gesteld. Dat de belangen van de kiezers op dat moment reeds lang geen rol meer speelden mag voor iedereen duidelijk zijn. Het CDA heeft de afgelopen jaren dan ook niet veel geleerd, hoewel niet ontkend kan worden dat de arrogantie van de macht die het CDA op landelijk niveau jarenlang ten toon heeft gespreid heeft geleid tot een vrije val die in de Nederlandse politiek nog nooit eerder is voorgekomen. Desondanks gaat men dus gewoon op de oude manier verder. Ondanks 1 zetel verlies bij de laatste verkiezingen en ondanks de positieve gesprekken wordt de tweede fractie zonder verder overleg en zonder verdere argumenten afgewezen. De fractie Werknemersbelangen heeft door haar wijze van oppositie voeren duidelijk gescoord bij de kiezers, maar ook daarover blijken de coalitiepartijen haar eigen gedachten te hebben. De lijsttrekker van Agrarisch Belang stelde bijvoorbeeld dat de winst van Werknemersbelangen absoluut geen gevolg is van het verlies van het CDA. De heer Damen vindt dit een rare opmerking, te meer daar iedere stem welkom is bij zijn partij, ongeacht wie deze stem heeft uitgebracht en

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1994 | | pagina 103