-2- betrokken onderdelen beroep in. Daartegen stemmen de heren Adriaensen en Verheijen, zodat deze nota met 13 stemmen "voor" en 2 stemmen "tegen" wordt vastgesteld. De heren Adriaensen en Verheijen stemmen slechts in met het beroep omtrent het evenemententerrein Bredaseweg 43". 4. blz.12, bij het eerste gedachtestreepje in het betoog van de heer Nelemans wordt "a priori" tussengevoegd: "De diskussie moet a priori leiden tot....". INGEKOMEN STUKKEN. Omtrent nr. II over de verkoop van Jasmijnhof 2. Naar aanleiding van de opmerking van de heer Verheijen over het verschil tussen de verkoop- en de boekwaarde wijst de voorzitter op de financiering daarvan middels een zogenaamde klimlening, waarbij de gemeente van het rijk het verschil tussen de boek en de verkoopwaarde ontvangt. In verband met de daartoe strekkende opmerking van de heer Mariinissen over het verschil in de grondprijs antwoordt de voorzitter hem dat het een totale prijs betreft die zich niet laat onderscheiden in grond- en bouwkosten. Hetgeen de gemeente eraan over houdt wordt bijgeschreven bij de algemene bedrijfsreserves van het woningbedrijf. Omtrent de stukken onder III inzake gemeentegaranties. De heer Mariinissen wijst op de toch wel grote verschillen in de rente van de door het kollege gegarandeerde geldleningen. Een motivering waarom bij de ene geldlening rente tot 8,8% en bij een andere een rente tot 9,3% wordt gehanteerd, ontbreekt. De voorzitter verwijst naar de positieve adviezen van de bemid delende organen, waarbij de voorwaarden van de hypotheek mede bepalend zijn voor de hoogte van de rente. Daarbij verschilt het van aanvrager tot aanvrager welke hypotheek voor hem gelet op zijn inkomen en maatschappelijke positie het meest gunstige is. Voor de een is dat een leefhypotheek, voor de ander is dat een annuiteiten- of een lineaire hypotheek. De heer Mariinissen wijst nog op de verschillen die eenzelfde hypotheekbank bij de rente nog berekent. Omtrent stuk nr. IV 1. over de brief van de Raad van state over het beroepschrift van de gemeenteraad omtrent het bestemmings plan "niet agrarische bedrijven in het buitengebied". Op de vragen van de heren Van den Broek en Mariinissen over de tijdige toezending van het aanvullende beroep en onvolledige bezwaren antwoordt de voorzitter als volgt het aanvullend beroep van de gemeenteraad vastgesteld op 2 6 maart 1992 is tijdig vóór 17 april aan de Raad van State toegezonden er is aan de Raad van State door de gemeenteraad op 27 febru ari 1992 in afwachting van 26 maart 1992 ambtshalve een beroepschrift ingediend, een en ander om het beroepsrecht

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1992 | | pagina 55